Jrg 22 no 8
Tekst Henna Guicherit
Het 30-jarig jubileum van de Vierde Wereldvrouwenconferentie heeft in Suriname alleen aandacht gekregen toen president Jennifer Simons op 22 september de High-level Meeting van de Verenigde Naties (VN) ter gelegenheid van dit jubileum in New York toesprak. Ze riep op tot versnelde actie om gendergelijkheid te bereiken. Gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes vormen volgens de VN-Secretaris-Generaal, António Guterres, wereldwijd de grootste uitdaging op het gebied van mensenrechten.
Van 4 tot 15 september 1995 vond in Beijing de Vierde Wereldvrouwenconferentie plaats, voorafgegaan door het NGO Forum on Women ’95 in Huairou. Zeventienduizend afgevaardigden en 30.000 activisten van over de hele wereld hebben zich toen gebogen over twaalf essentiële aandachtsgebieden die van wezenlijk belang zijn voor de verbetering van de positie van vrouwen. Van elk zijn er strategische doelstellingen en te ondernemen acties overeengekomen. De uitkomst van deze conferentie – de Beijing Declaration en het Beijing Platform for Action – werd door 189 landen, waaronder Suriname, aangenomen. Het Beijing Platform for Action is dertig jaar na dato nog altijd een baken in de strijd voor de empowerment van vrouwen en meisjes en het bereiken van gendergelijkheid.
Gelijkheid, ontwikkeling en vrede
Op 25 november focussen wij, bij de viering van vijftig jaar Srefidensi, met onze genderblik op de vooruitgang die wij hebben geboekt en de thema’s die de komende decennia centraal moeten staan in onze niet aflatende strijd voor gendergelijkheid.
25 november is ook de Internationale Dag voor de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen, gevolgd door zestien Dagen van Actie tegen Geweld tegen Vrouwen en Meisjes, eindigend op 10 december, Internationale Mensenrechtendag. Het thema van de Orange the World-campagne voor 2025 is het beëindigen van digitaal geweld tegen vrouwen.
1975 is niet alleen het jaar waarin Suriname onafhankelijk werd. De jaren zeventig kenmerkten zich wereldwijd door de opkomst van feministische bewegingen. Dit leidde ertoe dat de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het jaar 1975 uitriep tot Internationaal Jaar van de Vrouw. In datzelfde jaar werd op verzoek van de Commission on the Status of Women de eerste VN-wereldvrouwenconferentie in Mexico gehouden. Bovendien besloot de Verenigde Naties het Decennium voor de Vrouw (1976–1985) in te stellen met als motto ‘Gelijkheid, Ontwikkeling en Vrede’.
De Tweede Wereldvrouwenconferentie vond plaats van 14 tot en met 30 juli 1980 in Kopenhagen, Denemarken. De voortgang en het falen van het Wereldactieplan 1975 namen een centrale plaats in. Hoogtepunt was ongetwijfeld de formele ondertekening van de Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination Against Women’ (Cedaw) tijdens de openingsceremonie van deze conferentie.

De Derde Wereldvrouwenconferentie vond plaats van 15 tot 26 juli 1985 in Nairobi, Kenia. Het doel was om de voortgang van de doelstellingen van het VN-decennium voor vrouwen (1975-1985) te beoordelen en te evalueren. De officiële verklaring van deze conferentie, Forward-looking Strategies for the Advancement of Women, werd met consensus aangenomen. Een historisch feit is dat voor het eerst de mensenrechten van lesbische vrouwen werden besproken tijdens een officiële VN-bijeenkomst. En het taboe over geweld tegen vrouwen werd doorbroken en deze vorm van geweld erkend als een maatschappelijk probleem dat aandacht vereist.
Deze VN-vrouwenconferenties hebben belangrijke bijdragen geleverd aan de vergroting van het bewustzijn dat de hardnekkige discriminatie van vrouwen en de instandhouding van genderongelijkheid in strijd zijn met de universele mensenrechten en een obstakel vormen voor de ontwikkeling.
Zij die in Mexico, Kopenhagen, Nairobi of Beijing aanwezig waren, hebben deze conferenties niet alleen als empowerment ervaren, maar werden zich ervan bewust dat discriminatie van vrouwen op basis van hun sekse en geweld tegen vrouwen een wereldwijd maatschappelijk probleem is.
Vooruitgang en uitdagingen
Dankzij de vele acties en het lobbywerk dat door vrouwenrechtenactivisten is ondernomen, is er de afgelopen decennia in Suriname vooruitgang geboekt op het gebied van gendergelijkheid. Zo beschikken wij over belangrijke en periodiek bijgewerkte data, uitgesplitst naar sekse, van diverse sectoren. Dat deze data onmisbaar zijn voor het beleid, wordt nog onvoldoende onderkend. Dankzij de lobby’s voor een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in posities van politiek leiderschap, beleid en besluitvorming, zijn er nu meer vrouwen in De Nationale Assemblee dan voorheen. Maar het groeitempo is onacceptabel. Het feit dat politiek leiderschap mannelijk zou zijn en dat mannen de macht niet met vrouwen willen delen, vormt een groot obstakel. De lobby moet zich daarom niet beperken tot de vijfjaarlijkse momenten van verhoogde politieke activiteit, maar ongoing zijn.
Op het gebied van wetgeving mogen het decreet C11 ‘Opheffing Handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw’, de ‘Wet Bestrijding Huiselijk Geweld’, de ‘Wet Gelijke Behandeling Arbeid’, de ‘Wet Geweld en Seksuele Intimidatie Arbeid’, en de ‘Wet Arbeidsbescherming Gezin’ (ouderschapsverlof) niet onvermeld blijven.
Women’s Rights Centre, dat zich met een deskundig team heeft ingezet voor de evaluatie en aanpassing van de Wet Bestrijding Huiselijk Geweld, benadrukt dat bij wetgeving sprake moet zijn van een continu proces van informatie, training, evaluatie en aanpassing. Aangezien het daar aan schort, zijn er veel wetten die niet leven en verouderd zijn.
Na evaluatie van de afgelopen decennia kunnen wij beginnen de agenda voor de komende decennia (gericht op de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen) samen op te stellen. Daarbij moeten wij ons er wel van bewust zijn dat deze agenda onder druk zal komen te staan door de veranderende wereldorde die zich dagelijks aan ons voltrekt. Immers, de impact van de geopolitieke ontwikkelingen en de opkomst van autocratische en extreemrechtse regimes vormen obstakels op ons pad. Willen wij, feministen en mensenrechtenactivisten, in de geest van Cedaw, onze democratische rechtsstaat versterken, mensenrechten respecteren, onze soevereiniteit en territoriale integriteit bewaken, dan moeten wij ons in solidariteit verenigen. Dat vraagt dat wij ons bewapenen tegen de krachten die door hebzucht naar persoonlijke macht en kapitaal worden gedreven en lak hebben aan het welzijn van iedereen.