Maatschappelijk werkers maken zich zorgen over aanpak partnergeweld

Jrg 19 no 2 mei 2022

Tekst Norville Plet-Burleson

Eén van de taken van mijn beroep als maatschappelijk werker is om effectief de vertaalslag te maken naar mijn cliënten. Begrijpt u het wel? Zal ik het u uitleggen?

Als voorzitter van de Vereniging van Sociaal Werkers in Suriname (VSWS) kies ik ervoor om een nogal gevoelig onderwerp te bespreken waarover tot op heden relatief weinig actie is ondernomen. En ik haast mij te zeggen dat ik de hand ook in eigen boezem steek. In hoeverre is onze aangeboden support wel ondersteunend voor slachtoffers en plegers van partnergeweld? Waar schieten wij tekort als korps van sociaal werkers op het gebied van beleid en uitvoering? En hoe lossen wij het op?

Ik geef u een kijkje in de wereld van de sociaal werker als hulpverlener bij partnergeweld. De zogenaamde ‘man-vrouw’-problemen. Dit valt onder gender gerelateerd geweld. Zoals een studie van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) aangeeft, worden drie op de tien vrouwen fysiek en seksueel door hun partner mishandeld en zes van de tien slachtoffers zoeken geen hulp. Zij praten eerder met hun moeder hierover, dan dat ze het aan anderen vertellen of aankloppen bij instanties. 

Het hulp-zoek-gedrag van slachtoffers van partnergeweld bij een instantie is op zijn zachtst gezegd schrikbarend laag. Slachtoffers proberen het dus vaak op eigen kracht op te lossen. En ik begrijp dat. Stel dat ik op het moment van nood naar hulp zoek en ik krijg dat niet om welke reden dan ook, dan heeft het toch helemaal geen zin? 

Beeld: Flair.nl

En het geweld is niet van de één op de andere dag begonnen. ‘Er is heel veel aan voorafgegaan en er is heel veel dat ik zal verliezen als ik wegga’, zeggen vele cliënten. Van kennismaking tot verliefdheid, van alle dingen doen naar samen opbouwen, van slikken en accepteren en volhouden naar ‘ik kan niet meer’. En vaak krijgen slachtoffers het advies om uit die relatie te stappen. Ondanks de stroom van informatie waarmee een slachtoffer wordt overspoeld met verschillende redenen om weg te gaan van die man, is het in de praktijk niet zo simpel. Het is een proces dat jaren kan duren. 

Ervaring leert ons dat vele slachtoffers niet zomaar direct kunnen stoppen. Vooral omdat ons hulpverleningssysteem niet in staat is hen op te vangen in de ruimste zin van het woord. En als de familie of religieuze organisatie niet achter een scheiding staan of de man in haar perceptie toch een goede vader en kostwinner is, dan wordt het voor haar wel moeilijk. Immers, vrouwen offeren zich veel op voor hun kinderen. 

In hoeverre is onze aangeboden support wel echt ondersteunend voor slachtoffers en plegers? Hoe vaak moeten sociaal werkers met lede ogen toezien dat het slachtoffer door het systeem wordt opgezogen en zonder adequate hulp wordt uitgespuugd? Dat de nazorg te wensen overlaat omdat opvang op lange termijn niet in orde is. Of omdat een psychologische begeleiding onvoldoende gedekt wordt door de verzekering. Hoe verder dan met de kinderen? Dit zijn verschillende ethische dilemma’s. Hierin schieten wij als korps sociale werkers tekort op het gebied van beleid en uitvoering. De aanpak vereist een multisectoriële benadering met onder andere de participatie van politie, maatschappelijk werkers en artsen. Een ketenzorg waarin elke participant doordrongen moet zijn van zijn onmisbare ondersteunende rol. 

Als sociaal werkers vervullen wij in elke fase een rol: preventie, behandeling en nazorg. In de preventie zijn heel wat actoren actief. In de acute behandeling iets stroever en bij de nazorg loopt het spaak. Er is geen adequate nazorg vooral als het komt op de herintegratie in de samenleving zoals het weerbaar maken en empoweren en het vinden van een baan en huisvesting. Er moeten nog veel interventies worden gepleegd door de overheid vooral op het gebied van de nazorg. 

Het is demotiverend; terwijl de maatschappelijke diensten geen vervoer hebben voor een eenvoudig huisonderzoek worden er vele volgwagens ingezet voor politieke leiders. Bovendien ontbreekt het aan computers voor de rapportage en is er geen vaste telefoonaansluiting. Het Bureau Slachtofferzorg bijvoorbeeld is in een periode van minder dan vijf jaar meer dan drie keer verhuisd. De gespreksruimte van vele sociaal maatschappelijke diensten zijn verre van klantvriendelijk en bieden weinig privacy aan de maatschappelijk werker en de cliënt in nood. 

Vanuit de overheid zijn er ook geen condities om plegers van partnergeweld vanuit een gendergelijkwaardigheidsperspectief te begeleiden met als doel het geweld tegen hun partner te stoppen en te werken aan gezinshereniging.

De VSWS kent en erkent de kracht van sociaal werk en zal als vakgroep een beweging op gang brengen die met de condities van de overheid het partnergeweld zal doen stoppen. Daarom pleiten wij van de VSWS ervoor dat de overheid invulling geeft aan haar verantwoordelijkheid voor een effectievere aanpak van partnergeweld

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s