Jrg 22 no 9 december 2025
Tekst Carla Bakboord
Op 10 december, de Internationale Dag van de Mensenrechten, spreken we over veiligheid, waardigheid, vrijheid en gelijkheid. Maar wat betekenen mensenrechten als we zwijgen over kinderen die ze het meest nodig hebben? Kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, die niet goed kunnen begrijpen wat er met hen gebeurt, worden in stilte seksueel misbruikt door mensen die macht over hen hebben: vaders, stiefvaders, broers, ooms of verzorgers. En telkens weer blijft de samenleving stil. Terwijl juist onze stilte hun onveiligheid vergroot.
Vergeten slachtoffers
Volgens wetenschappelijke studies lopen kinderen met een beperking meer dan twee tot drie keer zoveel risico om slachtoffer te worden van seksueel misbruik dan kinderen zonder beperking. Toch worden ze zelden genoemd in gesprekken over geweld of recht. Alsof hun ervaringen er minder toe doen. Deze kinderen zijn vaak volledig afhankelijk van volwassenen voor hun zorg, voeding, mobiliteit en veiligheid. Die afhankelijkheid schept een machtsrelatie waarin seksueel geweld gemakkelijk plaatsvindt en nauwelijks wordt opgemerkt. Hun beperkte vermogen om situaties te begrijpen of erover te praten, maakt hen extra kwetsbaar. Juist daarom zou de samenleving een dubbele verantwoordelijkheid moeten voelen: beschermen, luisteren en recht doen.
Een vader vertelde mij: “Ik kon niets doen. Mijn dochtertje werd seksueel misbruikt door haar stiefvader. Ik was er kapot van, maar de moeder en anderen in de familie deden alsof het niet was gebeurd. Ze zeiden dat ze het zelf toch niet begreep, dat ze niet wist wat er met haar gebeurde.” Zijn stem brak halverwege. Zijn verdriet was dat van een vader die niet alleen zijn kind verloor, maar ook zijn vertrouwen in de mens.
Ook een moeder deelde haar verhaal. Haar zoon, een jongen met een verstandelijke beperking, werd seksueel misbruikt door haar eigen broer. “Mijn kind kon het niet vertellen. Ik zag het pas toen hij zelf seksuele handelingen wilde plegen en ik dat verdacht vond. Hij besefte totaal niet wat die oom met hem had gedaan. Voor hem was het een normale gang van zaken”.
Die zin bleef bij me hangen. Want hoe kwalificeren we het wanneer een kind seksueel geweld niet als geweld ervaart, maar als iets vanzelfsprekends? Dan is de schade niet minder, maar juist dieper omdat het kind geen woorden heeft voor het verraad. En de emoties en gevoelens niet herkent en ook niet kan verwoorden.

Wanneer vrouwen niet kiezen voor hun kind
Wat me telkens treft, is hoe vaak moeders de kant van de dader kiezen; meestal de partner. Uit angst? Uit afhankelijkheid? Uit schaamte? Maar wie zwijgt of de feiten ontkent, maakt de macht van de dader groter. Vrouwen die hun man beschermen terwijl hij hun kind misbruikt, beseffen niet dat ook zij zelf in gevaar zijn. Want als zij haar grens niet trekt vergroot zij zijn macht over haar, over haar dochter en over het hele gezin. En in dat huis wordt stilte een medeplichtige.
Stilte van het recht
Wat mij diep verontrust, is dat sommige advocaten van de plegers, in rechtszaken nog altijd durven te beweren dat “het kind het niet heeft beseft” of “niet begreep wat er gebeurde”.
Alsof onwetendheid of verstandelijke beperking de dader vrijpleit. Deze redenering is niet alleen moreel verwerpelijk, maar ook juridisch onhoudbaar. Het Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap, dat Suriname in 2017 heeft geratificeerd, verplicht staten om mensen met een beperking te beschermen tegen uitbuiting, geweld en misbruik (artikel 16). Ook het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, dat Suriname sinds 1993 ondertekend heeft, legt deze verplichting vast. Toch lijkt het erop alsof onze rechtspraktijk onze nationale wetgeving niet in lijn brengt met onze internationale verdragen.
De zittende en staande magistratuur (respectievelijk rechters en Openbaar Ministerie), politie, psychologen en maatschappelijk werkers missen vaak specifieke kennis en training om signalen te herkennen bij kinderen die niet kunnen spreken of begrijpen. En zolang daders ongestraft blijven, is het signaal aan de samenleving duidelijk: dat het leed van deze kinderen minder zwaar weegt dan het pleidooi van een advocaat van de pleger.
Dagelijkse werkelijkheid
In sommige tehuizen mogen jongeren met een beperking onderling genegenheid tonen. Dat is op zich niet verkeerd, zolang er begeleiding is en er grenzen worden gesteld. Maar wat gebeurt er als diezelfde kinderen thuis worden benaderd door volwassenen die zij vertrouwen? Wanneer een volwassen man een kind manipuleert door te zeggen dat kroelen normaal is of dat het een teken van liefde is, dan is er sprake van machtsmisbruik, niet van genegenheid. Wie dat relativeert, verklaart deze kinderen vogelvrij. We weten niet wat zich afspeelt in het diepste van hun ziel. Maar we wéten wél dat seksueel geweld, ongeacht het besef van het slachtoffer bij wet strafbaar is gesteld.
Wanneer zwijgen medeplichtigheid wordt
Elke volwassene die wegkijkt, elke moeder die haar ogen sluit, elke buur of hulpverlener die zegt ‘ik wil me er niet mee bemoeien’, maakt het misbruik mogelijk. Door niet te kiezen voor het kind, keuren we het onbewust goed. En daarmee vergroten we het risico dat deze kinderen niet alleen misbruikt, maar ook seksueel geëxploiteerd worden. Want een kind dat niet wordt beschermd, wordt prooi van ieder die zijn macht wil misbruiken. Zwijgen is dus niet neutraal. Zwijgen is medeplichtig zijn.
De advocatuur heeft hierin een morele rol te spelen. Een verdediging mag de wet dienen, maar nooit de menselijkheid schenden. Wie een dader vrijpleit door te zeggen dat het slachtoffer ‘het niet besefte’ miskent de kern van rechtvaardigheid: bescherming van de zwakste. Professionele integriteit betekent niet alles doen om te winnen, maar trouw blijven aan de waarheid. Zoals magistraat Carl Quamina onlangs tijdens het seminar over de Wet Bestrijding Huiselijk Geweld voor de zittende en staande magistratuur krachtig opmerkte, terugblikkend op zijn tijd als advocaat: “Wij zijn de weg kwijtgeraakt. Het gaat niet om het winnen van de zaak, maar om de waarheidsvinding.” Wie dat vergeet, maakt van het recht een wapen tegen de rechtelozen.
Kwestie van menselijkheid
Kinderen met een beperking verdienen gerechtigheid. Hun kwetsbaarheid is geen uitnodiging tot seksueel geweld, maar een spiegel voor onze menselijkheid. Wanneer volwassenen niet kiezen voor het kind, maar voor de dader, verliezen we iets dat geen wet kan herstellen: ons morele kompas. Geen enkele beperking mag ooit een vrijbrief zijn voor misbruik. We kunnen niet blijven doen alsof deze kinderen ‘het niet weten’ of ‘het niet voelen’. Want ieder kind, ongeacht verstand, lichaam of spraak, heeft recht op veiligheid, waardigheid en liefde. Wie dat ontneemt, begaat een misdaad. En wie dat toelaat, verzaakt zijn (mede) menselijkheid.