Gendergelijkheid en empowerment van alle vrouwen en meisjes

Genderoptiek Jrg 12 no 10 januari 2016

door Henna Guicherit

Ons land heeft zich onlangs, met 192 andere lidstaten van de Verenigde Naties, gecommitteerd om de komende 15 jaar te werken aan het bereiken van gendergelijkheid en empowerment van alle vrouwen en meisjes. Dat wil zeggen dat wij in 2030 het punt moeten hebben bereikt dat de levens van meisjes en vrouwen onomkeerbaar, duurzaam en substantief zijn verbeterd. Hier zult u misschien van opkijken maar het is wel zo expliciet gesteld en de hele wereld is er getuige van dat onze regering ook achter dit doel staat. Na twee jaren van intensieve onderhandelingen, waaraan ook civil society en internationale organisaties hebben deelgenomen, is er in de wereld namelijk consensus bereikt over een nieuwe en zeer ambitieuze duurzame ontwikkelingsagenda. Een die er, met zijn 17 doelen, voor moet zorgdragen dat tegen 2030 een einde komt aan armoede en dat universeel gedeelde economische voorspoed, sociale ontwikkeling en bescherming van het milieu wordt bevorderd. Maar weet wel dat, deze nobele doelen gericht op een menswaardig bestaan en behoud van het milieu allemaal afhankelijk zijn van dat ene duurzame ontwikkelingsdoel ‘gendergelijkheid en empowerment van alle vrouwen en meisjes’ (SDG 5). Dus is het niet alleen in het belang van de vrouwen en meisjes maar van iedere wereldburger dat wij met zijn allen hier extra inspanningen voor plegen. Willen we bijvoorbeeld alle vormen van (extreme) armoede uitbannen (SDG 1) of een einde brengen aan honger en zorgen voor voedselzekerheid en duurzame landbouw (SDG 2) dan moeten we een eind brengen aan alle vormen van discriminatie tegen vrouwen en meisjes. En alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes in de publieke en private sfeer elimineren, met inbegrip van vrouwenhandel en seksuele en andere vormen van uitbuiting. Dan moeten we zorgen voor volledige en daadwerkelijke participatie van vrouwen en gelijke kansen voor leiderschap op alle niveaus van de besluitvorming in het politieke, economische en openbare leven. Dan moeten we niet alleen de genderongelijkheid aanpakken maar ook al die andere ongelijkheden zoals die tussen stad, district en binnenland. Om maar enkele van de 9 subdoelstellingen te noemen. Het moet langzaam maar zeker tot ons allemaal doordringen dat alle goede doelen die wij moeten nastreven om deze aardbol leefbaar te maken en te houden, vallen en staan met het onverkort voortzetten van de wereldwijde legitieme strijd tegen discriminatie van – en geweld tegen vrouwen en meisjes. Want die andere (16) ambitieuze duurzame ontwikkelingsdoelen komen op de tocht als wij niet erkennen dat vrouwenrechten mensenrechten zijn, dat vrouwen van even grote waarde zijn als mannen en wij dit ook echt kunnen beleven.31

Verantwoordelijk

Dit gegeven legt een enorme druk op zij die verantwoordelijk zijn voor het aanpakken van de genderongelijkheid in ons land en de empowerment van vrouwen en meisjes. Overeenkomstig het Besluit Taakomschrijving Departementen 1991 (S.B. van 1991 no. 58 zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2015 no. 41) is het Ministerie van Binnenlandse Zaken belast met de zorg voor de optimale participatie van de vrouw in het ontwikkelingsproces in Suriname en een evenwichtig emancipatorisch vrouwenbeleid, met inachtneming van de specifieke Surinaamse karakteristieken. Als ik de minister van Binnenlandse Zaken was, zou ik zo snel mogelijk alle genderspecialisten uitnodigen om met mij diepgaand en periodiek van gedachten te wisselen over hoe wij denken SDG 5 te bereiken. Op welke wijze wij gender kunnen integreren in de andere SDG’s en in het regeringsbeleid. En aan de hand van welke meetbare indicatoren de periodieke monitoring moet geschieden. Daarvoor hebben wij naar gender uitgesplitste data nodig; een uitdaging op zich. Hoewel data op zich geen levens veranderen, zullen we levens niet veranderen zonder data. Dit zegt Phumzile Mlambo – Ngcuka, Under-Secretary General en Executive Director van UN Women. Met de juiste data en verhelderende informatie kunnen we het beleid informeren, de voortgang nagaan en de beleidsmakers verantwoordelijk houden als zij zich niet houden aan hun verplichting in deze.

Vanuit een genderperspectief bekeken, richten de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) en hun169 subdoelstellingen zich op de sociaal – economische ontwikkeling en dat van het milieu. Daarom wordt gesteld dat de SDG’s een significante stap voorwaarts betekenen vergeleken met de reeds verlopen Millennium Development Goals (MDG’s). Deze beperkten zich immers tot sociale doelen. Naast wat concreet bereikt moet worden met Doel 5 ‘gendergelijkheid en empowerment van alle vrouwen en meisjes’, bevatten de subdoelstellingen in de andere SDG’s een veelomvattende reeks kwesties waaronder de gender dimensie van armoede, honger, gezondheid, onderwijs, water en sanitair, werkgelegenheid, veilige steden en vrede en veiligheid. Er is dus een toenemend besef dat gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen en meisjes essentieel is om vooruitgang te boeken in het verwezenlijken van die gestelde doelen en subdoelstellingen. Daarbij is de keuze van indicatoren, van kritiek belang voor een grondige en effectieve monitoring van de vooruitgang op het gebied van gendergelijkheid. Om te verzekeren dat vrouwen en mannen, meisjes en jongens door alle doelen heen profiteren van de inspanningen die worden gepleegd.

 

 

 

 

 

Geef een reactie