Zijn mannen betere politieke leiders dan vrouwen of zijn zij bang voor sterk vrouwelijk politiek leiderschap?

Jrg 20 no 4 juli 2023

Tekst Henna Guicherit

Beeld UNDP/Paru Ramesh

De recent verschenen UNDP-publicatie ‘2023 Breaking down gender biases. Shifting social norms towards gender equality’ levert met cijfermatige data het bewijs dat er in alle continenten, klassen en culturen sprake is van wijdverbreide vooroordelen over vrouwen. Het heeft mij, met de duurzame ontwikkelingsdoelen in gedachte, diepe zuchten doen slaken. Om ons ultieme doel – gendergelijkheid en – gelijkwaardigheid – te bereiken moeten wij de structurele onderwaardering van de capaciteiten en rechten van vrouwen doorbreken. Daarom voeren feministen, ook in Suriname, een vrijwel eindeloze strijd voor gendergelijkheid. Eén die zich rustpauze noch pandemie kan veroorloven omdat eenmaal verworven legitieme rechten anders verloren dreigen te gaan. 

De Gender Social Norms Index (GSNI) die 85 procent van de wereldbevolking dekt, laat zien dat bijna negen op de tien mannen en vrouwen vooroordelen hebben over vrouwen. Deze index legt ook, langs vier belangrijke dimensies, de attitude vast die mensen hebben ten opzichte van genderrollen op politiek, educatief en economisch gebied en fysieke integriteit. Bijna de helft van de wereldbevolking denkt dat mannen betere politieke leiders maken dan vrouwen. 

Van directiekamers tot presidentiële kabinetten, vrouwen blijven ondervertegenwoordigd in leidinggevende posities. Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd in de politiek, het openbaar bestuur en in zakelijk leiderschap. Slechts 11 procent van de staatshoofden en 9 procent van de regeringsleiders zijn vrouwen terwijl slechts 22 procent van de ministerposten in de wereld door vrouwen wordt bekleed. 

43 procent denkt dat mannen betere zakenlieden zijn dan vrouwen en 46 procent dat mannen meer recht hebben op een baan dan vrouwen. 28 procent vindt dat de universiteit belangrijker is voor mannen dan voor vrouwen. Tegenwoordig gelooft meer dan een kwart van de wereldbevolking dat het gerechtvaardigd is dat een man zijn vrouw slaat. Deze op gender gebaseerde ongelijkheden zijn deels te wijten aan vooringenomen sociale normen voor mannen en vrouwen met als gevolg de onderwaardering van de capaciteiten en rechten van vrouwen.

Negatieve vooroordelen

Onze wetgeving sluit vrouwen niet uit kandidaat te zijn voor het lidmaatschap van De Nationale Assemblee (DNA), het president – en vicepresidentschap. Als er voor de participatie van vrouwen op het hoogste niveau van leiderschap nauwelijks of geen formele beperkingen zijn, dan spelen negatieve vooroordelen over vrouwen in politiek leiderschap kennelijk een niet te onderschatten rol. Voeg daar de onrechtvaardige ongelijke genderarbeidsverdeling van de huishoudelijke – en zorgtaken aan toe die veel vrouwen ervan weerhouden leiders te worden.

Wanneer vrouwen desondanks politieke leiderschapsposities bereiken, worden de gendervooroordelen direct uit de kast gehaald en leiden tot een ongelijke behandeling en beoordeling en in het ergste geval zelfs tot veroordeling. Parlementariër Patricia Etnel, die veelvuldig een kritisch geluid en opbouwende kritiek laat horen in de Nationale Partij Suriname (NPS) en DNA, kan hier van meepraten. 

Miss ati bron’, ‘miss emotioneel’ en recent nog heel banaal ‘DNA-teef’ zijn slechts enkele benamingen die haar ongemanierd en emotioneel naar het hoofd worden geslingerd notabene door collega politici. Wie regelmatig de verrichtingen van DNA volgt, kan niet ontkennen dat Patricia Etnel behoort tot die kleine groep van best presterende leden van het parlement die zich ondersteund weet door haar achterban.

Vooringenomen sociale gendernormen, machismo, seksisme, ongelijke verdeling van de huishoudelijke – en zorgtaken en vooroordelen over vrouwen dan wel de onderwaardering van de capaciteiten en rechten van vrouwen in de samenleving, vormen een huizenhoog obstakel op weg naar gendergelijkheid en een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de politiek. De keuzes en kansen van vrouwen worden door deze factoren beperkt en het gedrag van vrouwen gereguleerd. 

Er worden grenzen vastgesteld voor wat vrouwen geacht worden wel en niet te doen en te zijn. En dan horen we telkens weer van leiders van politieke partijen: ‘vrouwen willen niet’. Wat ze hardop zouden moeten zeggen is dat ook zij vinden dat, hoewel vrouwen en mannen in onze democratische rechtstaat gelijke rechten hebben, politiek leiderschap het voorrecht is van mannen.  En dat mannen met hun vooroordelen over vrouwen, de onderwaardering van hun capaciteiten en rechten, vrouwen blijven ontmoedigen.

Required credit is GIF: UNDP/Paru Ramesh

Dyadya vrouwen

In de Surinaamse politieke arena zijn er altijd dyadya vrouwen geweest die zich niet onderwierpen aan de ongelijke behandeling en opkwamen voor hun politieke – en vrouwenrechten. En ze zullen er altijd zijn. Zodra er een krachtige vrouwelijke politieke leider van zich doet spreken en zich niet laat reguleren druist dat in tegen de heersende vooroordelen en genderstereotypering. Ergo, hoe meer dyadya vrouwelijke politici van zich doen spreken, hoe meer dit macho politici, die zich niet hoeven te bewijzen, beangstigt. 

Aan een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen die de besluitvorming en politiekvoering verrijkt – vanwege de diversiteit van perspectieven, ervaringen, capaciteiten, stemmen en ideeën – daar hebben velen in de politiek, zo blijkt, geen kaas van gegeten. Op het hebzuchtig pad naar macht is er geen plaats voor ‘gelijkwaardigheid van de seksen en voor het delen van de macht met de ander’ nog minder.

De wereld ligt niet op schema om tegen 2030 gendergelijkheid te bereiken. Het is de hoogste tijd dat wij serieus nagaan welke strategieën te ontwikkelen om effectief tegenwicht te bieden tegen de wijdverbreide en structurele onderwaardering van de capaciteiten en rechten van vrouwen en de overwaardering van dat van mannen.

Geef een reactie