Jrg 20 no 6 4 september 2023
Tekst Carla Bakboord
In de opzwepende ritmes van kapelmuziek en de betoverende tonen van Surinaamse melodieën, is er ongetwijfeld één naam die als een virtuoze brug tussen deze diverse muzikale werelden fungeert: Johan Cederboom, geboren op 19 augustus 1936. Hoewel de harmonieuze klanken van jazz zijn grote passie hebben, heeft hij zijn bekendheid gekregen door zijn muzikale inbreng in de Militaire Kapel van de Troepenmacht in Suriname.
Met zijn meesterlijke beheersing van de trompet, tuba, saxofoon, blokfluit en slagwerk heeft Cederboom niet alleen de mogelijkheid om verschillende instrumenten tot leven te wekken, maar ook om harten te raken en geesten te inspireren. Maar zijn muzikale reis gaat verder dan de noten die hij speelt; het is doordrenkt van een passie voor het delen van kennis, vooral met onze jongeren die hij heeft begeleid en opgeleid. Zijn betrokkenheid bij de jeugd, gecombineerd met zijn kalme podiumdynamiek, vormt de sleutel tot zijn uitstekende teamspel en zijn vermogen om stress te trotseren, zelfs in de meest veeleisende muzikale scenario’s.
Muzikale grenzen verleggen

Van zijn dagen als lid van de Militaire Kapel tot zijn voortdurend streven om muzikale grenzen te verleggen, belichaamt Johan Cederboom de ware geest van een gepassioneerde muzikant wiens leven en klanken één zijn geworden. Ik heb de eer om Johan Cederboom te mogen ontmoeten op onze oefening van het Rein Rier Orkest. Ik ervaar hem als een bescheiden musicus. Dirigent Rein Rier wijst mij op één van zijn opmerkelijke uitspraken: “Poku na Gado gi, san we taktak someni?”
Het is al laat in de middag. Ik praat met Agatha Cederboom, de jongste dochter van Johan Cederboom, over haar vader. Ze is getroffen door een vervelende griep. Ik ben blij dat ze ondanks haar hese stem en herhalende hoestbuien toch de moeite neemt om met mij te praten. Lachend en hoestend vertelt zij hoe de muziek haar vader op zijn achtjarige leeftijd volledig onverwachts overspoelde. “Vroeg in de ochtend hoorde hij een muziekgroep langs gaan. Hij pakte in het donker iets om aan te trekken en bij daglicht bleek het zijn moeders jurk te zijn. Hij was intussen al twee kilometer ver van huis”. Maar volgens haar deerde het hem niet. De muziek had al zijn aandacht.
Toen Cederboom de leeftijd van tien jaar bereikte, schafte zijn moeder voor hem een trompet aan. Zijn broertje Siegfried werd verblijd met een gitaar, terwijl Aloysius een contrabas kreeg. Op het moment dat hij achttien werd, trad hij in dienst bij het Korps Politie Suriname. Zijn muzikale vaardigheden bleven niet onopgemerkt en op 21-jarige leeftijd werd hem gevraagd zijn talent in te zetten ter ondersteuning van de Militaire Kapel. Vanaf dat moment trad hij in dienst als professioneel militair tot aan zijn pensioen.
Sociaal bewogen
Zijn medische vaardigheden blijven grotendeels onopgemerkt door velen. Thuis liep niemand rond met onverzorgde wonden of aanhoudende pijnen. Telkens als dat nodig was, greep Johan Cederboom onmiddellijk naar zijn medicijntrommel en verleende hij eerste hulp aan de kleine verwondingen.
Agatha Cederboom: “Als ik thuiskwam na slagbal te hebben gespeeld en ik had een blessure opgelopen, was het steevast mijn vader die het verzorgde. In onze familie fungeerde hij als onze eigen ‘huisarts’. Een reeks helende middelen, variërend van jodium tot zalven en popsiclestokken, lagen zorgvuldig opgeborgen in zijn trommel.”
Johan manifesteerde zich als een man met een diep gevoel van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dit aspect van zijn persoonlijkheid ontging de meeste mensen maar, trok wel de aandacht van voormalige collega’s bij defensie Glenn Sedney en Michael Blaaker. “Johan is serieus in zijn muziek en is een sociaal betrokken persoon, die zich inzet voor degenen die het minder hebben. Hij besteedde veel van zijn tijd aan degenen in nood. Wanneer hij merkte dat iemand het moeilijk had, ging hij altijd het gesprek aan. Hij vond manieren om hen op te beuren met een humoristische noot en een positieve boodschap. Hij is gedecoreerd door president Venetiaan in 2004”, aldus zijn oud collega’s.
Johan Cederboom trouwt op 11 juni 1958 met de schone Nolda Yvonne Haakmat. Samen verwelkomen ze vijf dochters en twee zonen in hun gezin. Hun oudste zoon is helaas aan Covid-19 overleden. Nolda Cederboom: “We gingen elke vakantie met de kinderen op reis naar Albina. Hij vond dat zo leuk dat hij een week vrij was van alles van de stad. Alle kinderen waren erbij. Het was een echte opleving dat we een week lang samen konden zijn. En toen ze opgroeiden, mochten de kinderen beurtelings mee op vakantie naar het buitenland. Dat waren leuke momenten om niet te vergeten.”
Van kaseko naar lofprijzing
Op latere leeftijd voltooide Johan zijn opleiding aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren met de focus op muziek. Een diepe liefde voor kasekomuziek dreef hem, en hij bracht talloze jaren door met het spelen ervan op privéfeesten. Zijn artistieke reis bracht hem ook naar verschillende podia, zoals de Taptoe Delft en optredens in Ghana en Nigeria met de Militaire Kapel.
Een aantal jaren geleden heeft zijn muziek een nieuwe koers genomen na zijn kennismaking met het evangelie. Vóór Covid-19 speelde hij de trompet in het Praise Team bij de Tabernacle of Faith. Sindsdien gebruikt hij zijn muziek om eer te bewijzen aan Jezus, voor aanbidding en lofprijzing.