Tienerzwangerschap; niets nieuws onder de zon

Jrg 22 no 7

Tekst Henna Guicherit            

Tienerzwangerschap is van alle tijden. Dit neemt niet weg dat het onze onophoudelijke aandacht verdient. Suriname is in de regio op twee na het land met de meeste tienerzwangerschappen. Minister Lalinie Gopal van Jeugdontwikkeling en Sport heeft onlangs haar bezorgdheid hierover geuit. Zij constateert dat er sprake is van ‘een zorgwekkende trend van tienerzwangerschappen’ en vraagt in het bijzonder aandacht voor onze jongeren in het binnenland.

De recente berichtgeving over tienermoeders – veelal exclusief tienervaders – voert mij helemaal terug naar 2008. Toen heb ik, samen met mijn collega antropologen Carla Bakboord en Maggie Schmeitz en een gemengd team van zesentwintig interviewers een survey gehouden onder 1.051 jongeren in district Sipaliwini. De doelstelling van dit onderzoek was om middels een questionnaire betrouwbare informatie / data te verzamelen over – en inzicht te verkrijgen in de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRHR) van jongeren. De verzamelde informatie en data moesten leiden tot op maat gesneden interventies voor jongeren in de geselecteerde gebieden. Zeventien jaar later betwijfel ik of deze interventies wel hebben plaatsgevonden. Nu de zorgen om tienerzwangerschap weer lijken toe te nemen is het aan te bevelen het rapport van deze survey uit de stoffige lade te halen. Ik vermoed dat het daar willens en wetens is geplaatst.

Hoewel de Verenigde Naties de leeftijdscategorie 15 – 24 jaar hanteert voor adolescenten hebben wij deze leeftijdscategorie direct verruimd met de 10 – 14 jarigen. Het onderzoek bevestigde ons vermoeden dat jongeren in Suriname op steeds jongere leeftijd hun eerste seksuele ervaringen opdoen. 

Aan de hand van criteria zijn vier gebieden (en dorpen) in district Sipaliwini geselecteerd: het Saramaccaans stamgebied aan de Boven Surinamerivier, de Arowakse gemeenschappen in West Suriname, het Ndyuka stamgebied aan de Tapanahonyrivier en het Trio dorp Kwamalasamutu.

Gebrek aan open arbeidsplaatsen, geen of onvoldoende toegang tot algemene gezondheidsdiensten, achterstanden in onderwijs, traditionele wijze van voedselvoorziening, en geografische ligging waren mede van invloed op de SRGR van jongeren. Anderzijds maakte deze studie zichtbaar dat toenemende werkgelegenheid, mobiliteit en mediafaciliteiten, ook bepalende factoren zijn voor de transformatie van culturele percepties over volwassenheid, die gerelateerd zijn aan het seksuele en reproductieve gedrag van jongeren. 

Aan de Tapanahony en de Boven Suriname bleek dat jongeren die geld verdienen – vooral jongens – zichzelf als volwassen beschouwen. Dit draagt bij aan het verzwakken van de positie van ouderen. Die hadden hierdoor weinig of geen invloed meer op het seksueel en reproductief gedrag van jongeren. Ook de Inheemse ouderen deelden deze ervaring.

Beeld: Planinternational: Taken by Claudia Lorena Amú, 19

Enkele bevindingen 

Van de jongeren wist 88 procent dat seksuele omgang leidt tot zwangerschap. De jongeren van 10 – 14 jaar hadden weinig kennis over het proces van bevruchting. 82.8 Procent (870) wist dat seksuele omgang zonder gebruik van een voorbehoedsmiddel kan leiden tot zwangerschap. Meer meisjes (127) dan jongens (104) vonden dat de mogelijke negatieve gevolgen van vrijwillige seks een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. 70.8 Procent was de mening toegedaan dat zwangerschap en bevalling slecht zijn voor tienermeisjes en 52 procent dacht dat kinderen van tienermoeders meer gezondheidsproblemen hebben dan andere kinderen. 64 Procent (674) van de onderzoekspopulatie was ten tijde van het onderzoek seksueel actief. In de jongste leeftijdscategorie (10 – 14) waren de jongens driemaal actiever dan de meisjes. Zo ook hadden meer jonge mannen dan jonge vrouwen seks met meerdere partners.

Tijdens de individuele en focusgroep gesprekken hebben de deelnemers in alle vier onderzoeksgebieden benadrukt dat er grote behoefte bestaat aan voorlichting. Niet alleen voor jongeren maar voor de totale gemeenschap. Ouders benadrukten dat als zij geen voorlichting hebben gehad zij hun kinderen ook niet kunnen voorlichten. 

Jongeren aan zet

Als men nu serieus beleid wil voeren gericht op het voorkomen van tienerzwangerschappen dan adviseer ik iedere top down benadering los te laten en primair te luisteren naar de stem van jongeren. In het hele proces van beleidsontwikkeling en planning behoren zij de belangrijkste stakeholders te zijn die gehoord moeten worden. Hun stem moet daarom ook zwaarder wegen. 

Laten jongeren zelf aangeven welke problemen rond tienerzwangerschap volgens hun aangepakt moeten worden. En voor welke oplossingsmodellen zij kiezen. Beleidsuitvoering heeft alleen een kans van slagen als jongeren daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Bij de evaluatie zijn zij degene die moeten aangeven wat volgens hen goed en wat niet goed heeft gewerkt en hoe het beter moet. 

Daarbij is het van niet te onderschatten belang om de bestaande genderverschillen en ongelijkheden in de seksuele relaties waar te nemen en deze te incorporeren in strategieën en acties. De aanpak dient dus gendergevoelig te zijn wil men voorkomen dat het doel niet gerealiseerd kan worden. 

Aanbevelingen

Onderstaand enkele specifieke aanbevelingen die in 2008 aan het ministerie van Volksgezondheid zijn gedaan en die volgens mij nog altijd valide zijn.

  • Dat het ministerie de andere relevante stakeholders mobiliseert ter verbetering van de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van jongeren in district Sipaliwini en met hen komt tot een multisectoriële aanpak welke door het ministerie wordt gecoördineerd.
  • Dat voorlichting niet alleen wordt gericht op jongeren maar op de totale gemeenschap, in het bijzonder ook de ouders wiens capaciteit op dit gebied vergroot moet worden.
  • Dat jongeren worden betrokken bij de productie van tot de verbeelding sprekend voorlichtingsmateriaal in hun lokale talen. Zij moeten ook een belangrijke rol vervullen in de voorlichting naar hun leeftijdsgenoten met behulp van diverse media en middelen.
  • Dat gegeven de belangrijke rol die het onderwijs vervult in de voorlichting naar jongeren wordt nagegaan hoe deze efficiënter en middels modulen op alle lagere scholen in het curriculum van de eerste klassen kan worden opgenomen.
  • Dat bij de voorlichting de eenzijdige en door de media en porno gevormde perceptie van jongeren over seksualiteit wordt gecorrigeerd.
  • Dat voorlichting in de lokale talen wordt gegeven. De officiële taal, het Nederlands, is niet of minder geschikt. 

Hoewel dit onderzoek zich specifiek richtte op jongeren in district Sipaliwini, kunnen de bevindingen en aanbevelingen ook relevant zijn voor andere districten. Tienerzwangerschappen en vraagstukken rond seksueel en reproductief gedrag komen immers ook voor in Paramaribo en andere delen van het land.

(Bron: H. Guicherit, C. Bakboord en M. Schmeitz, Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van jongeren in district Sipaliwini. GOS/EC/UNFPA Joint Programme for Reproductive Health. Culconsult. Paramaribo, juli 2008)

Geef een reactie