Vadertje staat en moeder de huisvrouw…

Genderoptiek Jrg 13 no 10 januari 2017

Vadertje staat en moeder de huisvrouw

 3exotischereizensurinamenl

We hebben twaalf bewogen crisismaanden achter de rug. Maanden waarin een flinke aanslag op onze portemonnee en ons gezond verstand is gepleegd. Ik constateerde zelfs een stoornis in mijn rekenvermogen toen voor autoriteiten één plus één geen twee meer was. Er eigenhandig een koers werd berekend zodat we niet kunnen stellen dat het wettelijk vastgesteld schuldenplafond is overschreden. En toen ons eigen Surinaamse IMF herstel en stabilisatieprogram in de prullenbak belandde en het water ons aan de lippen stond, werd het tijd de wereld in te trekken. Met veel fanfare en nationale trots werden miljoenen yankee dollars binnen gebracht. Wij hoefden niets te vragen, men stond in de rij om ons leningen aan te bieden.’ Eindstand; wij en zij die nog geboren moeten worden zijn opgezadeld met een torenhoge schuldenlast. Zullen die geleende miljoenen in nieuwe productiesectoren worden geïnvesteerd? Zullen hiermee nieuwe arbeidsplaatsen en inkomsten voor de staat worden gegenereerd? Wij hopen het. En hoop is volgens mij het sleutelwoord in regeringskringen. Hoop dat de wereldmarktprijzen van de natuurlijke hulpbronnen zullen stijgen. Hoop dat wij de komende jaren voldoende inkomsten zullen genereren om aan onze aflossingsverplichtingen te voldoen. Hoop dat onze dromen werkelijkheid zullen worden. Hoop dat die Heer daar boven ons goedgezind zal zijn. Dat Hij onze smeekbedes en die van die bisschop, die ook de geestelijk adviseur van de president is, zal verhoren en ons uit de financiële ellende zal halen. Hoop moet en zal er altijd zijn. Maar om ijdele hoop te voorkomen mag realiteitszin niet ontbreken.

 

Huisvrouweconomen

Over realiteitszin gesproken, dan kan vadertje staat het best bij moeder de huisvrouw te raden gaan. Zij zorgt, crisis of geen crisis, voor het dagelijks brood van haar gezin. Voor de kinderen die gekleed en geschoeid naar school moeten. Zij waakt er voor dat de water – en stroomtoevoer wordt afgesloten. Een oude bari en kokolampu heeft zij doelbewust bewaard. Kortom, zij zorgt ervoor dat onder alle omstandigheden in de minimale basisbehoeften wordt voorzien. De eerste noodzakelijke maatregel die zij bij geldontwaarding daarom treft, is bezuinigen; als het moet zelfs drastisch. Haar uitgaven mogen immers haar inkomen niet overtreffen want ze weet dat zij haar gezin dan door nog moeilijker vaarwater zal moeten loodsen. Haar spaargeld bewaakt zij angstvallig voor calamiteiten die zich zouden kunnen voordoen. Dat heeft zij als kind al van huis meegekregen. Alles wat niet echt nodig is wordt van de boodschappenlijst geschrapt. Dus geen soft, chips en koekjes meer. Kaas en vleesbeleg behoren tot het verleden en vlees en kip alleen op zondag. Een rek eieren doet vaker goede diensten. Voor degene die er een gewoonte van maken om tijdens etenstijd binnen te stappen is geen plaats meer aan tafel tenzij gezinsleden bereid zijn hun portie met anderen te delen. Het licht in de badkamer en slaapkamers gaat eerder uit. Alle plekjes om het huis worden benut zodat er wekelijks uit eigen aanplant bitawiri, antroewa, tayerblad, oker en madame Jeanet wordt geoogst. Verjaardagen worden niet meer uitbundig gevierd. Ook de bigi yari niet. Aan klagers heeft zij geen boodschap. Iedereen die klaagt mag gaan nadenken hoe zij kunnen bijdragen aan de vergroting van de verdiencapaciteit van het gezin. ‘Wat we niet hebben kunnen we niet uitgeven’, is haar motto dat zij met vette letters op de spiegel in de badkamer heeft geschreven. Iedereen wordt daar een paar keer per dag aan herinnerd. Het aangaan van een lening om de nood te lenigen is pas bespreekbaar als ze zeker weet dat zij in staat zijn die met rente terug te betalen. Dus als Raymond een baan heeft gevonden bij de autospuiterij om de hoek, is een lening voor de aanschaf van zijn ketelpak en veiligheidsschoenen verantwoord. Hij kan die schuld immers met zijn salaris aflossen. Maar zij blijft zich verzetten tegen een lening voor de aanschaf van een nieuwe televisie want daar kan geen geld mee verdiend worden.

Zoals deze huisvrouw beseft dat het leven niet op de oude voet door kan gaan, moet vadertje staat beseffen dat onze economie niet meer alleen kan drijven op de traditionele exploitatie en export van onze natuurlijke hulpbronnen. In december was Alcoa 100 jaar in Suriname. 100 jaar van bauxietwinning, aluinaarde en aluminium productie. Ik zou het bijna niet geloven wanneer ik door Marowijne en Para rijd. Als Alcoa toppers af en toe een bezoek aan Suriname brachten dan ging thuis het gesprek niet over wat ze kwamen bespreken maar dat ze op Zanderij uit hun eigen vliegtuig stapten. Dit ontlokte mijn vader, die voor Suralco werkte, dan altijd de opmerking; ‘er is niet één Surinamer die aan onze bauxiet een eigen vliegtuig heeft overgehouden.’

Terugblikkend op 2016 benadruk ik op deze eerste werkdag van het nieuwe jaar dat wij de lessons learned van de afgelopen decennia tot ons moeten nemen. Dan komen we ongetwijfeld tot het besef dat de winningsindustrieën ons geen duurzame welvaart zullen brengen. En dat het nu de hoogste tijd is te bepalen welke nieuwe diensten en vormen van productie wij moeten ontwikkelen op weg naar een beter Suriname voor iedere burger van dit land; geen één uitgesloten.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s