Onderwijzers noodgedwongen beroepshosselaars!

Genderoptiek Jrg 13 no 5 augustus 2016

Henna Guicherit

“Mijn dag begint om half vijf s ’morgens met het beleggen van broodjes voor de school en eindigt tegen 10 uur s’ avonds met voorbereidingen voor de broodjes van de volgende dag,” vertelt Rihana. Zij heeft geen broodjeszaak en is al 17 jaar onderwijzeres op een muloschool. De belegde broodjes zijn van maandag t/m vrijdag haar hossel. “Om 2 uur s ’middags thuisgekomen ben ik huisvrouw, moeder van drie kinderen, onderwijzeres en hosselaar tegelijk. Dan moet ik koken, aandacht besteden aan de kinderen en hun huiswerk. Tussen vier en vijf heb ik de gelegenheid even te rusten. Daarna trek ik tijd uit voor lesvoorbereiding en correctiewerk. Als laatst het voorbereidingswerk voor de broodjes van de volgende dag. Om 10 uur s’ avonds ben ik uitgeteld. Maar als ik veel correctiewerk heb, kan ik soms tot in de ochtenduren bezig zijn. In het weekend heb ik geen rust. Dan maken mijn man, die ook onderwijzer is, en ik pindasambal voor een vaste afnemer.” Toch komen ze met hun salaris niet uit. Eén salaris gaat op aan de vaste lasten waaronder huishuur, elektriciteit, water en transport. En het andere salaris is niet voldoende voor de overige noodzakelijke uitgaven. Als elk gezinslid iedere dag 3 broodjes eet dan kost dat maandelijks zonder toespijs al SRD 450. Boter koopt ze niet meer, dat is veel te duur. Met toespijs zit je volgens mij al gauw op SRD 625. Dan heeft dit gezin nog geen warme maaltijd gegeten. Heeft nog geen toiletartikelen, thee, suiker, melk en belkaarten gekocht. Over kleding, schoeisel, muziekles, de tandarts, lidmaatschap van een sportclub of het kopen van dit dagblad heb ik het niet eens. Met het andere netto salaris van SRD 2100 redden zij het voor hun basis behoeften dus niet. Zeker niet op de momenten dat de gasbom leegloopt, de wasmachine of ijskast het begeeft, de auto een servicebeurt nodig heeft en de verzekering betaald moeten worden. Nu al hebben vele hoofden van huishoudens hoofdpijn als ze denken aan de uitgaven voor het nieuwe schooljaar. Voor drie kinderen, waar van twee lager onderwijs en een middelbaar onderwijs volgt, moet samen SRD 380 aan schoolgeld neergeteld worden. Als elk kind twee nieuwe spijkerbroeken en uniformen nodig heeft, kost dit SRD 600 tot SRD 700 voor de spijkerbroeken en SRD 120 voor de uniformen. Als dit voor onderwijzers al niet betaalbaar is, wat te zeggen van het personeel in de zogenaamde ongeschoolde beroepen.

En wat te denken van Graciella die behoort tot die 33% huishoudens met een vrouw aan het hoofd. Zij geeft al vijf jaar les op een basisschool en ontvangt netto SRD 1980. Als alleenstaande moeder van twee kinderen komt zij met dit bedrag echt niet uit. Haar eerste maandelijkse boodschappen bedragen al SRD 800. Voor water en elektriciteit betaalt ze nu nog SRD 70 en voor transport SRD 200. Dat wordt binnenkort meer. De oppas voor haar peuter kost SRD 250. Daar komt nog een flink bedrag bij voor pap en pampers. Hosselen of les volgen in de middag of avonduren kan ze niet meer vanwege de zorg van jaar jongste.

Rihana en Graciella behoren tot die ± 141.000 huishoudens die iedere dag weer moeten voorzien in de primaire basisbehoeften van hun leden (ongeveer vier per huishouden). Dit zijn op de eerste plaats de lichamelijke basis behoeften zoals eten en drinken maar ook veiligheid. In deze tijd van crisis is dit makkelijker gezegd dan gedaan. De consumentenprijzen zijn in mei 2016 vergeleken met mei 2015 met gemiddeld 55.0% gestegen. De prijzen van de items in het ABS pakket van goederen en diensten lieten in deze periode bewegingen zien van -36% tot + 236%. De salarissen zijn niet gestegen. De werkloosheid wel. De impact van de crisis op de huishoudens moet dus aanzienlijk zijn. We zijn nu drie maanden verder. Het consumentenprijsindexcijfer en de inflatie over augustus 2016 zullen zeker hoger uitvallen.

Hosselaars
Uit gesprekken met onderwijzers en anderen uit het onderwijsveld blijkt dat deze beroepsgroep van geschoolden al geruime tijd ook tot de categorie hosselaars behoort. Met enige verbazing heb ik geluisterd naar de antwoorden op mijn vraag, “wat voor werk doen onderwijzers om een extra inkomen te verdienen?”. Allereerst de vrouwen; zij vormen het overgrote deel van het onderwijzend personeel. Het eerste antwoord luidde kort en bondig; lichamelijk werk en de webcam. Nadere toelichting leert dat er onderwijzeressen zijn die noodgedwongen kiezen voor het best betaalde werk. Zij prostitueren, strippen voor de webcam, typen – of spreken sensuele teksten in. Huisvlijt staat boven aan de lijst. Koekjes en taarten bakken leveren een welkome aanvulling op het salaris. Zo ook bijles, kinderoppas, acrylnagels zetten en haren vlechten. Sommige onderwijzeressen hebben een dubbele baan. Na schooltijd draaien ze bijvoorbeeld nog een volledige 8-urige shift in de horeca. De mannen rijden taxi en als zij over specifieke technische vaardigheden beschikken, kunt u ze na school tegenkomen als lasser of monteur. Maar dat er onderwijzers zijn die na school een 12-urige shift draaien in de security branche heeft bij mij vele vraagtekens opgeroepen. Dat zij niet bij de pakken neerzitten is positief. Maar wat is de impact op hun gezondheid, hun gezin en de kwaliteit van het onderwijs? Van Rihana weet ik dat ze om 12 uur al uitgeblust is en zich tot het uiterste moet inspannen om tot de bel les te geven. Een gepensioneerde onderwijzeres heeft ervaren dat velen vermoeid en chagrijnig voor de klas staan en onvoldoende energie hebben om het grote aantal leerlingen in hun klas aan te kunnen. Hun eigen kinderen kunnen zij thuis niet voldoende aandacht geven wat een negatieve invloed kan hebben op hun gedrag en schoolprestaties. Onderwijzers zijn door de omstandigheden niet gemotiveerd en niet beschikbaar voor activiteiten buiten de officiële lestijd. Hun vrije tijd is hen heilig en moet vooral productief en inkomsten verhogend worden ingevuld. “Ik ben in de grote vakantie in het district bij mijn familie. Het schoolbestuur moet mij dan echt niet oproepen voor verplichte trainingen. Als ik in de grote vakantie niet volledig tot rust kom, ben ik niet in staat het nieuwe schooljaar met voldoende energie te starten”, zegt een onderwijzeres die al vele jaren voor de klas staat.

Kwaliteitsonderwijs
Na deze gesprekken voel ik mij verplicht een pleidooi te houden voor een betere salariëring voor onderwijzers. Niemand verdient dit hosselleven. Iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan. Onderwijzers staan aan de basis van de ontwikkeling van ons menselijk kapitaal. Zij moeten alle ruimte krijgen zich verder te scholen, zodat de kwaliteit van ons onderwijs wordt verhoogd. Maar een salarisreeks voor de bovenbouw van het gewoon lager onderwijs (GLO) van ongeveer bruto SRD 1700 – 2540 heeft gebrek aan motivatie en dit hosselbestaan tot gevolg. Hierdoor komt het recht van onze kinderen op toegang tot kwalitatief onderwijs in het gedrang. U ziet het. We zijn dan weer terug bij af. Een laag opgeleid volk dat onvoldoende in staat is de economische en politieke veranderingen te brengen die vereist zijn om ons uit deze crisis te halen.

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s