Jrg 16 no 7 oktober 2019
Door Carla Bakboord
‘Je mag gerust trots zijn op jezelf’ zei mijn moeder vaak. Zij drukte dit niet alleen uit in woorden, maar liet ook zien dat zij trots op mij was. Op de lagere school in Amsterdam kreeg ik mooie prentjes in mijn schrift wanneer ik een tien had gehaald. Ik heb nooit meegemaakt dat een leerling een roodgekleurde onvoldoende op zijn rapport had. Ook daar werd het kind gestimuleerd en geleerd trots te zijn op zichzelf. Want, je bent het waard als mens. Later bleef mijn moeder benadrukken dat je van jezelf mag en moet houden. Ongeacht jouw sociale status. En niet alleen vanwege de materiele prestaties, zoals het verwerven van geld en goederen, je baan of jouw talenten, maar eenvoudigweg omdat dat je er mag zijn om wie je bent. Te vaak zadelen wij kinderen op met allerlei negatieve opmerkingen, waardoor zij hun eigenwaarde verliezen. Zo worden kinderen al op zeer jonge leeftijd op een nare manier geconfronteerd met hun huidskleur, hun haar, dat ze te dik of te dun zouden zijn of vanwege hun liefdes voorkeur. Of zelfs omdat ze geen vader of moeder hebben. Niet alleen kinderen maken zich schuldig aan dit pestgedrag. Ook volwassenen hebben een aardige vinger in de pap. Wat de kinderen thuis, op school, in de kerkgemeente of via de media horen, nemen ze vaak over. En pesten heeft een negatieve invloed op de geestelijke en lichamelijke gezondheid.
Haat zaaien is pesten
Het verbaast mij daarom telkens wanneer sommige geestelijke leiders haat zaaien door mensen die liefde hebben voor iemand van hetzelfde geslacht bewust te beledigen. Dit is een grove vorm van pestgedrag met negatieve gevolgen voor lesbische, biseksuele, gay en transgender (LGBT) personen en hun familie. Geestelijke leiders zijn toch bij uitstek degene die het grondbeginsel, ‘liefde voor jezelf en voor je medemens’ in de praktijk moeten brengen. Ik heb medelijden met leiders die niet begrijpen wat naastenliefde betekent. Zij zitten gevangen in hun eigen angst en projecteren die op de samenleving. Hierdoor kunnen zij geen ruimte maken om te komen tot het hoogste goed in het leven; elkaar liefhebben. En dit leidt tot vrede. Voor mij geen loze begrippen. Ik weet dat het enorm veel wijsheid vereist. Immers, wijsheid is het fundament van het geestelijk leiderschap.
Ik heb medelijden met geestelijke leiders die geen onderscheid weten te maken tussen liefde voor hun medemens en misbruik van hun medemens. Zo gaan velen totaal voorbij aan het nemen van passende maatregelen tegen plegers van seksueel misbruik in hun gemeenten. Tegelijkertijd roepen zij wel de samenleving, de rechterlijke, uitvoerende en wetgevende macht op mensen, die een liefdesvoorkeur hebben voor iemand van hetzelfde geslacht, geen enkele recht toe te kennen. Dus vogelvrij te verklaren. Enerzijds het seksueel misbruikgedrag goedkeuren, anderzijds de liefde tussen twee mensen veroordelen. Dit is voor mij zo in tegenstrijd met de opvattingen over de leer van de liefde, die Jezus zo helder heeft weten uit te dragen. ‘Heb uw naaste lief gelijk uzelf’.

Sociaal contract
Er zijn ook politieke leiders die van de daken schreeuwen hoeveel zij van ons, Surinaamse burgers, houden. En dat zij een sociaal contract met ons hebben gesloten; dus inclusief de LGBT-gemeenschap en hun familie. Maar ik zie de rechten van deze groep niet terug in ons nationaal beleid. Waar zijn al die beleidsmakers die toch ook verantwoordelijk zijn het LGBT- beleid te integreren in ons nationaal beleid? Maar, eerlijk is eerlijk er waren ook parlementariërs en beleidsmakers zoals wijlen Sheilendra Girjasing en de ex-minister van Justitie en Politie, Mr. Dr. Jennifer van Dijk Silos. Beiden hebben publiekelijk benadrukt dat de staat ook de rechten van de LGBT-gemeenschap dient na te leven. Op hen zijn we trots. Ook in Canada, Malta en Nederland zijn er LGBT-vriendelijke beleidsmakers. Zo was ik in augustus samen met Lionel Jokhoe op uitnodiging van de Amsterdamse Wethouder Rutger Groot Wassink van Sociale Zaken Diversiteit en Democratisering op de Gay- Canal Parade boot van de Gemeente.
Jokhoe was in de jaren tachtig oprichter van de Surinaamse Homoseksuele Organisatie (Suho). Op de Roze Zondag van het Kwakoe Festival ontving hij namens de Suho uit handen van Groot Wassing de Mikel Haman Award.
Politieke partijen, ambtenaren en de wethouder, schroomden niet zichtbaar te zijn en het diversiteitsbeleid, waaronder het LGBT-beleid valt, te promoten. Een fantastische dag. Het geeft je voldoening dat duizenden het vaandel van ‘liefde voor je naaste’ uitdragen en hiermee geweldloosheid promoten. In Suriname zien we dat de afgelopen jaren een groeiend aantal heteroseksuelen zichtbaar meedoen aan de gay parade en de activiteiten van onze eigen Pride Month. Zij laten hiermee zien dat zij opkomen voor de rechten van de LGBT-gemeenschap en dragen ook trots het naastenliefdevaandel uit.
We are family
Op 1 oktober gaat de PRIDE Month van start. Het is een jaarlijks terugkerend evenement dat wereldwijd in juni georganiseerd wordt. In Suriname vieren wij PRIDE Month voor de derde keer in oktober. Eerder werd vanaf 2011 de Coming Out Week gevierd. Vanwege het groeiend bewustzijn, de vraag vanuit de LGBT-gemeenschap en de samenleving is deze week uitgegroeid tot een maand vol activiteiten. Sinds 2017 wordt deze succesvol georganiseerd door vrijwilligers.
Het thema voor dit jaar is ‘We are family’. Sherwin Vreeswijk coördinator van de PRIDE Month legt uit dat PRIDE, symbool staat voor ons kleurrijk en divers land: ‘Ons huis, waar we met elkaar aan bouwen – een inclusieve samenleving. In de PRIDE Month staan de deuren wijd open voor iedereen, wie je ook bent. Een safe space voor iedereen! Het gevoel van veiligheid, jezelf te mogen zijn, geaccepteerd te worden en een familie te hebben waar je op kunt bouwen. Daarom heeft de organisatie gekozen voor dit thema dat bij ons allemaal past. Een familie die je liefde geeft en ondersteunt, trots op je is’. En dat is volgens Sherwin Vreeswijk het allerbelangrijkste in ons leven.