Jrg 22 no 3 juni 2025
Tekst en Beeld Carla Bakboord
‘Kies bewust, stem op een vrouw!’ Die leuze van het Vrouwenparlement Forum (VPF) in 1996 klinkt bijna dertig jaar later nog altijd krachtig na. In 2025 pakt Stas International de draad weer op met de campagne ‘Excellence … Women First’. De boodschap is helder: politieke macht zonder vrouwelijke vertegenwoordiging is als een halve stem. Wat toen in 1996 begon met VPF als een activistische oproep, is nu een structurele noodzaak.
Ik herinner me de VPF-jaren nog levendig. We waren geen politieke partij, geen verlengstuk van De Nationale Assemblée (DNA), maar functioneerden als een schaduwparlement met een missie. Zelf zat ik samen met onder andere Elly van Kanten en Cynthia Ashruf in de denktank en coördineerde de media. We hielden vergaderingen, organiseerden hoorzittingen, en brachten via radio en tv thema’s onder de aandacht die zelden het politieke debat haalden. Vrouwenrechten, seksuele gezondheid, economische zelfstandigheid, onderwerpen die destijds in de reguliere politiek vaak onderbelicht bleven.
Voor dit artikel sprak ik met drie vrouwen die op verschillende momenten en manieren bepalend zijn geweest voor de zichtbaarheid van vrouwen in de Surinaamse politiek: Monique Essed – Fernandes, Maggie Schmeitz en Karin Refos. Elk van hen vertegenwoordigt een ander tijdsgewricht, maar ze delen dezelfde overtuiging: verandering komt niet vanzelf, daar moet je iets voor doen. En daar zijn deze vrouwen nooit voor teruggeschrokken.

Het begin: strijd voor zichtbaarheid en invloed
Het VPF werd in 1994 opgericht op initiatief van Essed – Fernandes, toenmalig directeur van Stichting Projekta. Tijdens een workshop over seksuele en reproductieve gezondheid werd één ding duidelijk, vertelt Essed: “Zonder politieke power én zonder vrouwen in besluitvormende posities blijft structurele verandering uit.” Vanuit die overtuiging richtte ze het VPF op. Niet alleen om vrouwen zichtbaarder te maken, maar ook om het politieke landschap fundamenteel te beïnvloeden. Want wie niet aan tafel zit, staat op het menu. Eén van de eerste overwinningen was de aanpak van de vergadercultuur in DNA. “Er werd daar tot vier uur ’s ochtends vergaderd. De mannen hadden immers een vrouw thuis die het huishouden draaide. Vrouwen konden zich dat niet permitteren,” aldus Essed – Fernandes. Dankzij het VPF kwam er meer bewustzijn over de praktische barrières voor vrouwen. En dat werkte door: het werd normaler om op tijd te beginnen, en geleidelijk aan veranderde de politieke cultuur.
Met de campagne ‘Kies bewust, stem op een vrouw’ werd in 1996 Jennifer Geerlings – Simons verkozen tot DNA-lid, en kreeg Suriname haar eerste vrouwelijke parlementsvoorzitter: Indradevie Marijke Djwalapersad. Het aantal vrouwen in het parlement steeg van zes naar zestien procent; een mijlpaal. Maar de impact ging verder dan cijfers. Op internationaal vlak was dat merkbaar. De delegatie van parlementaire vrouwen en Ngo’s keerde na de Beijing Women’s Conference in 1995 goed voorbereid terug en wist succesvol te lobbyen voor ratificatie van het VN-Vrouwenverdrag. Toch blijft Essed – Fernandes kritisch: “Onze rechtspraak maakt daar nog veel te weinig gebruik van.”
Politieke eisen, partij overstijgend
Voor Maggie Schmeitz, destijds voorzitter van het VPF, was vooral de partij overstijgende samenwerking uniek. “Er zijn issues die je als vrouwen gezamenlijk moet dragen, omdat mannen er niet mee zullen komen. Denk aan betaald zwangerschapsverlof of gelijke toegang tot besluitvorming. Of je nu NDP, VHP, NPS of Abop was, we stonden zij-aan-zij voor vrouwenrechten.”
Ook de structuur van het VPF was vernieuwend. Het functioneerde als een democratische vereniging met een Algemene Ledenvergadering (ALV) als hoogste orgaan. “Wij waren landelijk, dus moest die ALV ook in de districten worden gehouden,” vertelt Schmeitz. “Onze zusters daar voelden zich gekend en konden hun lokale thema’s agenderen. Mensen zoals Ifna Vrede wisten die issues duidelijk te vertalen. Dat maakte ons krachtig én verbindend.” Het VPF had ook een brugfunctie, door Ngo’s, burgers en politici samen te brengen rond gendergelijkheid en vrouwenrechten.
Campagnes als motor van bewustwording
Karin Refos nam het stokje over. Als regionaal coördinator van de samenwerking op het gebied van genderbeleid voor Aruba, Antillen en Suriname in 1996 en als campagneleider vanaf 2015 heeft zij meerdere succesvolle initiatieven geleid. “In 2000 organiseerde ik het congres ‘Vrouwen in besluitvorming’, met als doel overheden te versterken in hun beleid. Die inzichten voedden latere campagnes.”
De ‘OOK ZIJ’- campagne van 2015, werd ondersteund door Jennifer Geerlings – Simons die haar eigen project ‘Vrouwen in de Politiek’ in DNA leidde; dit was één van de grootste successen: het aantal vrouwen in DNA en de regering steeg naar bijna dertig procent. In 2020 volgde ‘Balans in 2020’, waarbij Refos ook de noodzaak van verjonging benadrukte. “Vooral oudere mannen wilden hun plek niet opgeven. Maar balans betekent ook ruimte voor nieuwe generaties.” Refos gebruikte dat moment om de slogan van toen, ‘mannen en vrouwen, jong en oud: dat is échte vooruitgang’, te verankeren in de campagne.
Toch bleek de vooruitgang broos in de jaren na 2020; het aantal vrouwen in topfuncties daalde weer aanzienlijk. Reden genoeg om opnieuw in actie te komen, met de huidige campagne ‘Excellence… Women First’. “Data liegen niet,” zegt Refos. “Landen met vrouwelijke leiders zijn gelukkiger en minder corrupt. Dat zijn geen loze slogans, dat zijn keiharde cijfers.” Volgens haar zijn politieke partijen daar gevoelig voor. “Daarom moeten we data blijven inzetten. Het is geen man-vrouwissue. Het is een democratische issue. Het is een mensenrechtenissue.”
Vooruitkijken met lessen uit het verleden
Wat deze drie vrouwen gemeen hebben, is visie én daadkracht. Ze hebben zich niet laten afschrikken door obstakels, maar zijn telkens weer opgestaan. Het VPF was een pioniersinitiatief, maar ook vandaag is politieke representatie geen vanzelfsprekendheid. Als we iets hebben geleerd, is het dit: zonder voortdurende druk, bewustwording en actie glijdt de vooruitgang snel weer af.
In dat licht is het veelzeggend dat Jennifer Simons zich anno 2025 kandidaat heeft gesteld voor het presidentschap. Proficiat! Haar publieke commitment aan ethische codes getuigt volgens deze drie vrouwen van moed én verantwoordelijkheid. Zulke stappen verdienen steun van zowel burgers als politici. Want zonder maatschappelijke rugdekking blijven integriteit en transparantie kwetsbaar.
De strijd voor politieke macht door vrouwen toont dat vooruitgang mogelijk is, maar nooit vanzelf komt. Want of het nu 1996 of 2025 is, vrouwen blijven zich verenigen, mobiliseren en doorzetten. En dat maakt het verschil.