Geachte minister Marinus Bee; Gender wroko de fu du!

Jrg 22 no 5 augustus 2025

Tekst Henna Guicherit

Marinus Bee, minister van Binnenlandse Zaken, is de nieuwbakken hoofdverantwoordelijke voor het genderbeleid. Hij zal de komende vijf jaar zeker aandacht besteden aan het opheffen van diverse vormen van genderongelijkheid en de empowerment van vrouwen en meisjes. Ook zij, die vanwege hun genderidentiteit worden uitgesloten en gestigmatiseerd, verdienen zijn aandacht.

Minister Bee, als minister met het genderbeleid in uw portefeuille zult u voor uw collega’s de grote trekker en inspirator zijn voor gendergelijkheid. Zij zullen in nauwe samenwerking met u, op kompas van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling 5, stappen vooruit zetten op weg naar gendergelijkheid.

In de praktijk komt het er op neer dat u de kunst zal verstaan het voltallig kabinet-Simons te bewegen om in de planning van alle beleidsprioriteiten de behoeften, wensen en prioriteiten van (vooral) vrouwen en mannen -kinderen niet te vergeten – als uitgangspunt te nemen, met gendergelijkheid als uiteindelijk doel. Op de eerste plaats vrouwen omdat zij in meerdere mate gediscrimineerd en achtergesteld zijn dan mannen. 

Genderbehoeften

De verwachting is dat u niet alleen oog zult hebben voor de praktische genderbehoeften. Deze zijn ontstaan vanuit de rollen die wij vrouwen en mannen in onze samenleving hebben gegeven, De behoefte aan volwaardige banen, betaalbare huisvesting, toegang tot gezondheidszorg en onderwijs, betaalbare voeding zijn daar voorbeelden van. Echter het vervullen van de strategische genderbehoeften is essentieel om het verschil te maken. Om de ondergeschikte positie van vrouwen en de ongelijke verdeling van taken tussen vrouwen en mannen weg te maken. Maar vooral ook om de structurele achterstand die mannen hebben in te lopen. Daarom moet er beleid ontwikkeld worden om de traditionele negatieve rolpatronen verder te doorbreken. Denkt u in dit kader aan de achterstand van vrouwen in politiek leiderschap en dat van mannen in onderwijs en zorgtaken en niet te vergeten het hardnekkig maatschappelijk probleem van huiselijk geweld.

Uw beleid gericht op het integreren van gender in het regeringsbeleid ontleent zijn legitimiteit niet alleen aan de Grondwet en diverse wetgevingsproducten. Immers de staat heeft zich gecommitteerd aan internationale verdragen zoals het VN Vrouwenverdrag en het Verdrag Belém do Pará. U zult er op toezien dat deze worden nageleefd en geïntegreerd in beleid en wetgeving.

Minister, u staat er niet alleen voor. Behalve uw ambtelijke werk arm – het Bureau Genderaangelegenheden – verwachten wij van Women’s Rights Centre dat u een scala aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld, grotendeels verenigd in Bini, het Burgerinitiatief voor Participatie en Goed Bestuur, zal betrekken.

Gendervriendelijk en vrouwvriendelijk

Ik veronderstel dat het aan de politieke wil onder uw leiding niet zal ontbreken omdat u zich in de afgelopen jaren als parlementsvoorzitter heeft doen kennen als een voorstander van gendergelijkheid. Ik herinner mij uw pleidooi voor gendergelijkheid en een genderevenwicht in bestuurlijke functies gehouden op de Internationale Dag van de Vrouw op 8 maart 2021. 

U zei:’ (…) dat vrouwen niet meer als de mindere van de man gezien moeten worden. Geen eendaags schouderklopje moeten krijgen, om de volgende dag weer beschimpt te worden. Eenieder moet beseffen dat vrouwen geenszins ondergeschikt zijn aan mannen. Ze zijn zelfs instaat om ten tijde van een wereldwijde pandemie, hun grenzen te verleggen en te bewijzen dat geen enkele uitdaging ze teveel is (…)’.

Vrouwen worden, volgens u, niet zomaar de ruggengraat van een natie genoemd. Zij beschikken over een enorme stuwende kracht om doelen te realiseren dwars door alle barrières heen. ‘(…) Vrouwen hebben in de afgelopen eeuw met heel veel overtuiging bewezen dat zij een gelijkwaardige partner zijn en beginnen bijna geruisloos een rechtmatige plek in te nemen (…)’. hield u uw gehoor toen voor. ‘Echter, ondanks vrouwen afdoende hebben bewezen dat zij over de kwaliteiten, vaardigheden en competenties beschikken om uitstekende leiders en managers te zijn, worden zij nog steeds miskend (…).’

U heeft het als een pijnlijke realiteit ervaren dat in onze moderne geciviliseerde en gecultiveerde wereld vrouwen nog steeds strijd moeten leveren voor erkenning, waardering, gelijkwaardigheid, eerbied en respect. U sprak uw overtuiging uit dat de samenleving in staat is om de diepgewortelde historische, culturele en sociaaleconomische barrières te doorbreken die vrouwen ervan weerhouden om als gelijkwaardige partner te participeren in het publieke leven en actief te worden betrokken bij besluitvormingsprocessen. (https://dna.sr)

Minister, Women’s Rights Centre heeft u leren kennen als een man die zich bewust is van:

•  het geweld tegen vrouwen en de impact van dit geweld op de slachtoffers, de totale samenleving en de genderongelijkheid; en 
• de miskenning van de leiderschapskwaliteiten van vrouwen.

Welnu, uitgerekend u bent nu in de positie om onder leiding van president Jennifer Simons, met uw collega’s van Justitie en Politie en van Welzijn, Volksgezondheid en Arbeid een flinke impuls te geven aan de versterking van alle actoren betrokken bij de bestrijding van gendergerelateerd geweld. 

Een blik op de bestuurders van politieke partijen, hun lijsttrekkers en kandidatenlijsten van de verkiezingen van 25 mei jongstleden geven aan hoe hardnekkig de mannelijke dominantie in het politieke leven nog is. Ik ben er van overtuigd dat de historische beëdiging van Jennifer Simons tot eerste vrouwelijke president op 16 juli een keerpunt is in de norm van mannelijke dominantie en vrouwelijke ondergeschiktheid in politiek leiderschap. Het opheffen van deze hardnekkige vorm van ongelijkheid tussen de seksen zal hopelijk tot één van uw beleidsprioriteiten behoren. 

Minister Bee, weest u zich er van bewust dat u als man een belangrijke rol kunt spelen in de bestrijding van op gendergerelateerd geweld en de transitie van genderongelijkheid naar gendergelijkheid in de politieke besluitvorming. Ik twijfel er niet aan dat u, in samenwerking met alle belanghebbenden in het belang van ons allen, daadwerkelijk stappen vooruit zal zetten in het integreren van gender in het beleid; Fu yepi tyari a gender wroko go moro fara.