Haar baarmoeder, haar leven, maar anderen beslissen!

Jrg. 15 no 3 juni 2018

Hoe opvattingen over gender en seksualiteit preventieve screening op baarmoederhalskanker beperken

Door Nensy Bandhoe

Het wegnemen of minimaliseren van de belemmeringen die worden ingegeven door denkwijzen over gender en seksualiteit kan ertoe leiden dat meer vrouwen zich preventief zullen laten screenen om baarmoederhalskanker tijdig op te sporen en te laten behandelen. Daarom is het noodzakelijk om meer inzicht te krijgen in hoe opvattingen over gender en seksualiteit de besluitvorming van vrouwen beïnvloeden bij het wel of niet doen van een preventieve screening op baarmoederhalskanker.

In 2017 voerde Stichting Lobi Health Centre een pilotproject uit om vrouwen te screenen op baarmoederhalskanker in het district Saramacca. Als onderdeel van deze pilot waren er aparte focusgroepen met vrouwen en mannen. Tijdens het project werd ook een survey uitgevoerd naar belemmeringen die vrouwen hebben om zich preventief te laten screenen op baarmoederhalskanker. De bevindingen geven aan dat heersende opvattingen over gender en seksualiteit, in dit geval hoe vrouwen zich seksueel behoren te gedragen, hen beletten om zich te laten testen op baarmoederhalskanker. Deze opvattingen zorgen ervoor dat het voorstadium van baarmoederhalskanker niet op tijd kan worden ontdekt en behandeld. Daardoor sterven vrouwen nog steeds onnodig als gevolg van baarmoederhalskanker wanneer die pas wordt ontdekt in een vergevorderd stadium. Deze vorm van kanker is te voorkomen als die in een vroeg stadium wordt ontdekt en behandeld. Dan is er kans op 100 procent genezing. Willen we dat vrouwen niet onnodig sterven aan baarmoederhalskanker en de sterftecijfers dalen, dan moeten we werken aan het bewustzijn van mannen en vrouwen in de samenleving. Omdat de samenleving als bewaker van de heersende normen en waarden over gender en seksualiteit, de gezondheid van vrouwen in gevaar kan brengen.131 Nensy Bandhoe

Taboe
In de focusgroepen voor vrouwen – buitenshuis werkende vrouwen en huisvrouwen – kwam de volgende informatie vaak terug. De vrouwen gaven aan dat mannen hun partner niet zullen sturen voor de screening als de gezondheidsonderzoeker een man blijkt te zijn. Door meer vragen te stellen over deze houding, bleek dat mannelijke partners het niet leuk vinden als een andere man de privédelen van hun vrouw zou zien. Zij vinden dit onaanvaardbaar omdat hun vrouw niet ziek is. Ze zien het belang van preventieve screening dus niet inzien. Alleen wanneer de vrouw ziek is of een kind moet baren, is het acceptabel dat een mannelijke arts haar privé-delen zou mogen zien. Dit duidt op een culturele norm in de gemeenschap, die voorschrijft dat alleen de partner de privédelen van zijn vrouw mag zien. Wat een (gehuwde) vrouw al dan niet is toegestaan in de gemeenschap is een aangeleerde (geconstrueerde) gendernorm die de gezondheid van vrouwen negatief kan beïnvloeden. Deze culturele opvatting is niet uniek voor Suriname. Focusgroepen in Ghana met mannen onthulden de volgende bevinding: “Met uitzondering van de bevalling is het een taboe voor een man, zelfs een arts, om de vrouw van een andere man naakt te zien.” De studie wees op de noodzaak voor gezondheidsinterventies aangepast aan culturele normen om preventief gezondheidsgedrag te bevorderen. Dit om het aantal nieuwe gevallen en sterfte van baarmoederhalskanker in Ghana te verminderen. In het Saramacca project is hiermee rekening gehouden door bijvoorbeeld het opstellen en verfilmen van een toneelstuk, waarin de culturele normen en waarden zijn verwerkt en de impact van deze op de overlevingskansen van vrouwen. Het communiceren van gezondheidsboodschappen waarbij rekening wordt gehouden met heersende culturele opvattingen is een manier om gezond gedrag te stimuleren.

Risico
Een tweede vaak genoemde opvatting in de focusgroepen en bij de survey had te maken met seksueel gedrag. Mannen en vrouwen geloofden steeds dat alleen vrouwen die uitlopen voor hun partner of die meerdere partners hadden, baarmoederhalskanker zullen krijgen. Deze opvatting was de reden waarom vrouwen die zeiden trouw te zijn aan hun partner erin geloven dat zij geen risico lopen om baarmoederhalskanker te krijgen. Daarom hoefden ze naar eigen zeggen niet te komen voor de screening. De mannen uit de focusgroep stelden ook dat screening op baarmoederhalskanker alleen voor vrouwen is die meerdere partners hebben. Mannen gaan er in het algemeen van uit dat hun vrouw monogaam is en daarom geen risico loopt om deze ziekte te krijgen. Dus is preventieve screening niet nodig. Tegelijkertijd is er angst voor stigmatisering onder mannen. Als een man zijn vrouw stuurt voor de screening zullen de gemeenschap, familie en vrienden denken dat zijn vrouw hem bedriegt en dat hij haar niet aankan. Dit zou niet in overeenstemming zijn met de heersende opvattingen over hoe vrouwen en mannen zich behoren te gedragen. Dit zou zijn mannelijkheid aantasten.

Frappant was dat niemand heeft aangehaald dat mannen die meerdere partners hebben een verhoogd risico voor overdracht van het HPV-virus dat baarmoederhalskanker veroorzaakt met zich meebrengt. Want dat is juist wel één van de oorzaken van baarmoederhalskanker. De vrouwelijke partner mag dan monogaam zijn, maar als de man meerdere partners heeft, loopt zij een groter risico op het krijgen van baarmoederhalskanker. Dat er niet gefocust wordt op het mannelijk seksueel gedrag kan verklaard worden vanuit de heersende opvatting dat het acceptabel is dat de man als seksueel wezen wel meerdere partners mag hebben. Vrouwen als deel van dezelfde gemeenschap erkennen en accepteren dit. Daarom vragen ze hun partner ook niet om een uitstrijkje te gaan maken. Immers, zij verwacht dat hij haar gaat beschuldigen van overspel of, erger nog, dat ze voor hoer wordt uitgemaakt. Om geen spanning in de relatie te creëren, wordt de discussie over het belang van een uitstrijkje dan niet gevoerd. Hierdoor komen vrouwen niet voor preventieve screening. Hun kansen om baarmoederhalskanker op tijd te ontdekken en om te overleven worden dus verkleind.

Zelfs de arts
In beide focusgroepen met vrouwen was het verrassend om te horen dat een plaatselijke arts geweigerd heeft hen te verwijzen voor het baarmoederhalskankerscreeningsonderzoek. In plaats daarvan vroeg de arts waarom ze de screening wilden doen. Was het omdat ze uitliepen voor hun partner? Ook de arts deelde dus de overtuiging dat screening alleen voor vrouwen is die meerdere partners hebben. Een arts is een belangrijke speler in de eerstelijns gezondheidszorg. De houding van deze arts toont aan dat de belemmerende opvattingen zich ook in de gezondheidszorg kunnen manifesteren met alle negatieve gevolgen van dien. En in dit geval de gezondheid van deze vrouwen in district Saramacca.

 

Geef een reactie