Diversiteit, I love it

Jrg 15 no 6 september 2018
Door Henna Guicherit

Het is zaterdagmorgen en tegen de tijd dat ik de gordijnen, die mijn slaapkamer nachtelijk donker houden, opentrek straalt een heerlijke zon mij toe. Dat mag wel na een dag van hevige regenbuien en ondergelopen straten. Hoogtijd om met een heerlijk vakantiegevoel de stad in te trekken op zoek naar shorts en shirts. De veeltaligheid in het centrum van de stad ontgaat mij, alle verkeerslawaai ten spijt, niet. Als ik ruim een kilometer heb afgelegd hebben mijn gespitste oren al vijf talen gesignaleerd. Begrijpelijk. Immers we leven in een multicultureel land. Als ik in een grote mall de eerste de beste kledingzaak binnenstap, zijn al mijn zintuigen direct op scherp. Kledingzaak is eigenlijk niet de juiste benaming. De kleren hangen aan de muren en de rest van de winkel heeft de aanblik van een magazijn volgestouwd met goedgevulde dozen uit de Volksrepubliek China waardoor ik mij een weg baan.

Bij mijn eerste schreden word ik al gauw voor verkoopster aangezien. ‘Nog niet’, is mijn antwoord. Immers, je weet nooit. Dan steven ik af op katoenen shorts en zoek één uit. Hoewel ik nergens een paskamer bespeur, geef ik de jonge Chinese exploitant in een universele taal te kennen dat ik dit, wijzend op de short in mijn hand, graag wil passen. Ik word door haar met een veelzeggend gebaar terugverwezen. Daar staan twee creoolse dames die mij in het Spaans aanspreken. Zouden zij de ellende in het land van Maduro zijn ontvlucht? In mijn beste Spaans vraag ik één van hen als zij uit Venezuela komt. ‘Nee hoor, Cuba.’ “Waar moet ik nu die short passen”, vraag ik terwijl ik nog steeds geen paskamer bespeur. Dan wordt in de hoek van de winkel een doek gespannen en dringt het tot mij door dat de afgeschermde driehoek gevuld met dozen en kleren, als paskamer dient. Ik waan mij direct in Beijing waar ik lang geleden in kleine paskamers heb gestaan waarbij een groot deel van mijn onder- en bovenlijf zichtbaar was.

Voor mannen
In de volgende kledingmagazijnwinkel haastte de Hindostaanse verkoopster zich mij er op te wijzen dat de short die ik wil passen een ‘mannenshort’ is. Y’e kari mi na mi nen, so what? Als ik die short mooi vind en het zit goed, waarom zal ik die laten hangen omdat het niet voor mijn sekse bedoeld is? Het zal die jonge Chinese winkelbaas, die mij al ‘append’ geen blik gunde, overigens onverschillig zijn. Zijn kassa moet immers rinkelen. Als ik, nog altijd in dezelfde mall, het derde ‘pakhuis’ binnenstap, wordt de ruimte overstemd door twee opgewonden Spaans sprekende (vermoedelijk) Venezolanen. Ook hier hetzelfde ritueel. De Chinese verkoopster wijst mij er met klem op dat de short die ik wil passen een mannenshort is. Dat constante onderscheid tussen wat geschikt wordt geacht voor mannen en wat voor vrouwen lijkt ook bij het winkelpersoneel diep geworteld. Die shorts doen vanwege hun lengte het woord short immers meer dan grote eer aan.

141 gov.sr

Rijkdom
Ik vervolg mijn stadswandeling in zonnig Paramaribo en stop aan de Gongrijpstraat bij een grote supermarket. De jonge Chinese kassier spreekt zonder te hakkelen zijn Braziliaanse klanten uit de omgeving in het Portugees aan. Zo ook de volgende dag op de Tourtonnemarkt waar de Hindostaanse verkoper de klant in het Portugees aangeeft dat de paprika’s SRD 7,50 kosten maar als hij drie koopt kan hij volstaan met SRD 20. Ik blijf genieten van deze alsmaar groter wordende diversiteit en droom er zelfs van dat ik eens alle in ons land gesproken talen zal kunnen spreken.

Dat wij met onze verscheidenheid kunnen pronken is de afgelopen tijd wel gebleken onder meer bij het bezoek van de president van India. Maar het mag hier niet bij blijven. Opgroeien en samenleven en werken in een land met een grote diversiteit is niet iedere wereldburger gegeven. Deze diversiteit, culturele verscheidenheid, is eigen aan de mens en een natuurlijk verschijnsel. Immers, wij worden allemaal geboren met het vermogen te leren. Maar wat wij leren wordt bepaald door het milieu waarin wij opgroeien. Stel je voor dat die totale wereldbevolking van biljoenen zielen allemaal dezelfde taal zou spreken. Zich op dezelfde wijze zou kleden, dezelfde muziek zou spelen, dezelfde gerechten zou klaarmaken en hetzelfde eruit zou zien. In zo een uniforme wereld zouden wij als eenheidsworsten een heel saai bestaan leiden. Wij kunnen gelukkig niet alleen genieten van die culturele diversiteit maar ook van onze schitterende diversiteit in flora en fauna. Er is niet één soort vis of één soort vogel of één soort suikerriet of bacoven maar een variëteit. Beschouw deze diversiteit niet als een obstakel, maar als een grote rijkdom. Weet wel dat de speling van de natuur ook maakt dat niet alle baby’s die opgroeien tot meisjes en jongens, vrouwen en mannen voldoen aan het verwachtingspatroon van heteroseksualiteit. Net zoals wij dankbaar moeten zijn voor onze culturele diversiteit moeten wij dankbaar zijn voor onze natuurlijke – en ook onze seksuele diversiteit en deze beschouwen als een door de Schepper gegeven rijkdom die wij blijvend moeten respecteren en koesteren.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s