Genderoptiek jrg 13 no 5 augustus 2016
Hoewel wij weten dat het moesje niet naar Parijs brengt, heffen we dagelijks toch een klaagzang aan. Begrijpelijk. Wij burgers zijn in crises (meervoud) gestort. Bevinden ons in een tunnel. Eén die slechts een klein straaltje licht doorlaat. We hebben geen idee hoe lang die tunnel is. Ook niet wanneer wij, aan het eind gekomen, weer heldere lichtstralen zullen zien. Op ons pad door deze duisternis willen wij met veel liefde en wijsheid worden geleid. Maar onze regering tast zelf in het duister en voert een onsamenhangend en niet bepaald transparant beleid. Met vallen en opstaan, zullen wij daarom zoveel mogelijk onze weg zelf moeten vinden. Het gaat om onze toekomst en die van de onzen. Overleven is het motto. En om onder moeilijke omstandigheden te overleven, zal je alle registers moeten opentrekken. Al je talenten, vermogens en creativiteit moeten aanwenden. Weten waar je goed in bent. Out of the box denken. De moed hebben onbekende paden te betreden. Diversificatie brengen in wat je plant, maakt of in de dienst die je verleent. Vooral niet wachten op Pa Lantie. Je mag je ogen wel opheffen naar de hemel, bidden voor Mama Sranan, maar weet wel, die goede Heer / Vrouw gaat je problemen niet voor je oplossen. Die heeft ze ook niet gecreëerd. Jij moet het zelf doen. Geloven in jezelf en bouwen op je kennis en kracht. Zo niet, blijf of verval je (weer) in armoede.
Vragen
De inkomsten van de staat, die deels onzichtbaar met al te gulle hand zijn uitgegeven, zijn dramatisch verminderd. Op reserves kunnen wij niet meer teren. Die zijn heimelijk opgesoupeerd. Onze munt gedevalueerd. Uw inkomen en koopkracht geërodeerd.
De crisis heeft naar mijn inschatting nog niet al zijn tanden laten zien. Wacht daar ook niet op, maar plan in familie en vriendenverband hoe te overleven. En hoe de meest kwetsbaren, die het op eigen kracht niet redden, te ondersteunen. Maar wie zijn de meest kwetsbaren? Wat zijn hun minimale basis behoeften? Welk prijskaartje hangt daar aan? Wat verdienen zij en hoe besteden zij hun geld? Hoe leven zij met een structureel tekort aan geld? Als wij de antwoorden hebben, kunnen we uitstippelen hoe hen te versterken om te overleven? De huidige crisis heeft op de één een grotere impact als op de ander. Hoe overleven werknemers die plots brodeloos zijn geworden omdat het bedrijf, waar zij al 25 jaar in dienst zijn, de deuren heeft moeten sluiten toen de bedrijfsuitgaven de inkomsten overtroffen. Hoe zorgt een alleenstaande moeder of vader ervoor dat er iedere dag brood op de plank is? Kan die mevrouw die dagelijks aan de Jodenbreestraat sportbroeken en T-shirts verkoopt de stroomrekening wel betalen? Hoe moet een onderwijzeres maandelijks SRD 800 aan huur opbrengen?
Deze en nog veel meer vragen moeten beantwoord worden voor een verantwoord beleid gericht op duurzame armoedebestrijding. Een ding is zeker en nu reeds zichtbaar, de kloof tussen arm en rijk wordt groter. Het creëren van arbeidsplaatsen en het bieden van (vak)onderwijs zijn bij uitstek de vehikels om uit de armoede te geraken. Maar de arbeidsmarkt heeft met de sluiting van de bauxietindustrie veel arbeidsplaatsen verloren. En onderwijs dreigt voor velen onbetaalbaar te worden.
Scholing en productie
Met de verhoging van de kosten voor onderwijs en transport bereiken mij geluiden van studenten die nu al overwegen hun studie te staken. Dit zal een enorme impact op hun carrière hebben. Op de ontwikkeling van ons land. En ons vermogen om uit dat diepe ravijn omhoog te klimmen en de economie te transformeren. Op onze capaciteit om de rechtstaat die wankelt weer overeind te krijgen. Hiervoor is een goed geschoold volk een minimale voorwaarde. Niet een volk waarvan slechts 33 procent van de bevolking boven de vijftien jaar de lagere school heeft afgemaakt. 31 procent een voj-opleiding heeft afgerond en slechts 12 procent de middelbare school heeft doorlopen. Niet een gepatroneerd volk dat denkt voor hun wel en wee afhankelijk te zijn van gebed en die politieke leider die hen nota bene door een hoger wezen zou zijn toebedeeld.
In vorige crises hebben de sociale sectoren, onderwijs en gezondheidszorg het gelag betaald. De gevolgen bleven niet uit en zorgden voor gevoelige kwesties zoals gebrek aan medicijnen, medische hulpmiddelen, toenemend analfabetisme, prostitutie, ondervoeding en kindersterfte. De president van het eenzijdig sociaal akkoord moet nu met spoed met het volk een scholings- en productie akkoord sluiten. Sociaal beleid moet er in deze tijd zeker zijn. Het kan alleen bekostigd worden als we het accent van het ambtelijke ombuigen naar ondernemerschap en productie. Investeren in vakscholing en faciliteren van bedrijven gericht op import vervanging en export vergroting. Niet om de afgestudeerden via politieke partijen te laten toetreden tot het ambtelijke waterhoofd. Maar om ze als zelfstandige ondernemers te laten bijdragen aan de nationale productie zodat wij gezamenlijk uit deze duisternis kunnen geraken.