Jrg 10 no 10 januari 2014
Door Henna Guicherit
Het is een regenachtige zondagmorgen als ik uit verveling even zep, weliswaar niet met de bedoeling om echt televisie te kijken. Maar als dan een bekende bisschop in beeld komt, zittend in de huiskamer van zijn Nieuwe Generatie Gemeente, laat ik mij toch verleiden. Ik zie hem namelijk ineens op het puntje van zijn fauteuil zitten met een vurige blik in de ogen. Hij praat over Nelson Mandela die, die ochtend in Qunu het dorp waar hij als kind opgroeide, aan de schoot der aarde wordt toevertrouwd. Hij noemt enkele, ik vermoed bewust niet alle, van Madiba zijn goede eigenschappen. Automatisch zet ik het volume wat luider. “Wat is zo kenmerkend voor Nelson Mandela?”, woorden van die strekking. En terwijl de bisschop nog verder naar voren schuift en de kijkers recht in de ogen kijkt komt het: “Vergeving!” Om zeker te zijn overtuigend genoeg over te komen herhaalt hij nog enkele keren met klem; “vergeving!” Maar bij het vervolgen van de predicatie lijkt plots niet meer de bisschop aan het woord maar de presidentiële adviseur die behalve zijn toewijding aan God ook zijn maandelijkse tegemoetkoming moet verantwoorden. Net als iedere adviseur van het hoogste gezag heeft ook hij een heel grote opdracht te vervullen. Het blijft niet bij het zalvend verlenen van geestelijke bijstand. Ook het met Bijbeltaal vurig pareren van de vele “staatsvijandige” aanvallen van binnen en buitenland op zijn dienaar staat hoog op zijn agenda. Al degene die zich zo lovend uitlaten over Nelson Mandela begrijpen niet dat wij zijn erfgoed ten harte moeten nemen, legt hij via het kijkmedium uit. Het kan er bij hem dan ook helemaal niet in dat er nog altijd burgers in dit land zijn die, in plaats zijn baas te vergeven, zijn voorgeleiding en berechting eisen. “En dat zijn mensen die Mandela prijzen?” Tot hier en niet verder denk ik en haal hem resoluut van de buis. Mijn dag van bezinning bij het afscheid van een van werelds grootste en gerespecteerde zonen, mag onder geen enkele omstandigheid verstoord worden door geesten die misbruik maken van zijn naam. En hun doelen en strijd durven te vergelijken met zijn heroïsche strijd voor vrede, gelijkheid en gerechtigheid in de wereld.
Zonder meer vergeven?
Hoe moeten wij degenen vergeven die verdacht worden van ernstige mensenrechtenschending en standrechtelijke executies terwijl zij geen schuld bekennen, spijt betuigen en om vergiffenis vragen? Moeten wij op advies van de bisschop, die er beter aan doet Nelson Mandela hier ver buiten te houden, iedere crimineel zonder meer vergeven? Geldt dit ook voor de crimineel waar de bisschop het slachtoffer van is? Zal hij hem zonder meer vergeven en geen aangifte doen?
Wat is er aan de hand in ons land? Zijn wij de weg kwijt? Is dit de invloed van het jarenlang ongestraft vertrappen van waarden en normen? Het niet opsporen en berechten van machtige overtreders van wet en recht? Het recht praten van wat krom is? Het verlenen van amnestie zonder aan te geven voor welke verdachten en overtredingen het geldt? Het niet in behandeling nemen van de Anti Corruptiewet. Het te pas en te onpas prediken dat “nèèèèks no fout” is? Wie wind zaait zal storm oogsten! Het is daarom de hoogste tijd om in de achteruitkijkspiegel te kijken en voorbereid te zijn op de storm die ons al dreigt in te halen. En ons in windkracht zal meesleuren naar ongekend diepe dalen, tenzij wij massaal pagaaiend het getij weten te keren.
Inmiddels maandagmorgen en klaarwakker na een sterke kop Braziliaanse koffie luister ik nogmaals naar de video boodschap van Chinyere Pigot op You Tube. Naar aanleiding van de trieste creditcard fraude waarmee haar broer Diguan onlangs in het nieuws kwam stelt zij: “Alleen God maakt geen fouten.” Ik knik instemmend. “En omdat wij geen God zijn, mag niemand Diguan veroordelen.” Dus ook de rechter niet, denk ik bij mezelf.“ En ja, hij was fout, en ja hij zal betalen voor wat hij heeft gedaan, maar uiteindelijk is het een fout en iedereen maakt fouten, klein of groot. God is de enige die een oordeel mag vellen over de misstappen van Diguan.” Met dit laatste ben ik het absoluut niet eens. Wij allen zijn geroepen het onderscheid tussen goed en kwaad scherp te bewaken en moeten juist wel een oordeel vellen wanneer normen worden overschreden. Anders kunnen we niet corrigeren. Veroordeling is echter de bevoegdheid van de rechter. Ik verwacht overigens wel van de sportieve Diguan dat hij schuld bekent en spijt betuigt. Wie zijn wij om hem dan niet te vergeven?
Weet hebben van het verschil tussen goed en fout, sancties verbinden aan het overtreden van normen, bewaken van de scheiding der machten zijn een must voor een gezonde, welvarende, democratische rechtstaat. Niemand kan en mag zich dan verschuilen achter het woord van de Schepper. Of met een discutabele interpretatie van de Heilige Schriften, overtredingen met de spirituele mantel der liefde bedekken of goedpraten. Laten wij in dit nieuwe jaar met zijn allen aan het roer staan om het uit koers geraakte schip Suriname weg te loodsen van het diepe dal waar het op af kan stevenen. Dray anu pari boto.