Jrg 14 no 8 november 2017
Door Boris Dittrich
Op 27 oktober zat ik een interactieve discussie met zes DNA-leden en maatschappelijke organisaties waaronder Parea, een groep van gay professionals, en het LGBT Platform Suriname. Het debat vond plaats in het kader van de Pride Month Suriname en was georganiseerd door de internationale groep Parliamentarians for Global Action (PGA). De voorzitter van Parea, Juan Pigot, riep op de Pensioenwet die de partner in een homorelatie expliciet uitsluit, aan te passen. De voorzitter van het LGBT Platform Suriname, Faisel Tjon-A-Loi, benadrukte de noodzaak van een wet om partnerschapsregistratie in te voeren. Hij gaf aan dat sommige homoparen al tientallen jaren samenleven, maar niet door de wet worden beschermd.
Patrick Kensenhuis en Ingrid Karta-Bink, beiden DNA-lid, reageerden aanvankelijk wat voorzichtig. Ze stelden dat de Surinaamse samenleving nog niet klaar is om gelijke rechten te accepteren, ook al staan zij als parlementsleden wel achter de wensen van de maatschappelijke organisaties. Ze bepleitten daarom een geleidelijke en strategische benadering voor gelijke rechten van LGBT’ers, te beginnen met het creëren van draagvlak. Hun antwoord viel niet goed bij de vertegenwoordigers van de maatschappelijke organisaties die aanwezig waren. Zij wezen erop dat mensenrechten universeel zijn. “LGBT’-ers zijn ook mensen!” zei één van hen. Andere parlementsleden reageerden. Zij beargumenteerden dat de eerste stap het organiseren van maatschappelijk draagvlak zou zijn en het overtuigen van de religieuze oppositie in de samenleving. “Pas als we een breed draagvlak hebben bereikt, kunnen we wetten gaan maken.”
Nu staken velen hun vinger omhoog en vroegen het woord. Een levendige discussie volgde. Een vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisatie zei: “Er is een scheiding tussen kerk en staat in Suriname. We vragen u niet om de doctrine van de kerk te veranderen, maar om ons onze burgerrechten toe te kennen, waar we recht op hebben.” Ik verleende het woord aan Desiree Croes, een parlementslid van Aruba, die haar succesvolle ervaring met het opstellen van de Arubaanse Wet op Geregistreerd Partnerschap met de toehoorders deelde. Tegen de Surinaamse DNA-leden zei ze: “ U doet net of het een kwestie is van wat komt eerst: de kip of het ei. Maar de mensen willen actie van u zien, nu.” Een vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisatie zei het heel helder: “We hebben geen tijd om te wachten tot een meerderheid van de samenleving klaar is om ons gelijke rechten te geven. Er staan levens op het spel. Elke dag worden LGBT-kinderen op school gepest, thuis mishandeld, ze zijn depressief en proberen ze soms zelfmoord te plegen. Waarom zouden we een dag langer moeten wachten op rechten die de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens ons al in 1948 heeft gegeven?” Iemand anders zei: “Jullie zijn de vertegenwoordigers van de bevolking. Wij horen bij het volk. We zijn ook kiezers.”
Het debat werd intensief en ging op en neer, maar op het laatst doemde de kans op overeenstemming op. De heer Kensenhuis, die voorzitter is van de Surinaamse groep PGA-leden, beloofde aan Carla Bakboord snel met haar als vertegenwoordiger van de maatschappelijke organisaties om de tafel te gaan zitten om de verlangens van de activisten door te nemen en op de politieke agenda van de DNA te plaatsen. Alle aanwezigen kwamen tot de slotsom dat het niet een ‘of het een of het ander’ benadering is, maar een tweesporenbeleid. De DNA-leden kunnen alvast wetten bespreken, terwijl er tegelijkertijd discussies worden gehouden om het algemene publiek te informeren. De LGBT-activisten zegden toe bouwstenen aan de parlementsleden aan te leveren en mee te helpen evenementen te organiseren om het publiek te informeren waarom gelijkberechtiging en non-discriminatie van het grootste belang zijn. “We horen bij jullie,” concludeerde een deelnemer. “We zijn jullie zonen en dochters, jullie broers en zusters, collega’s en buren. We zijn hier om te blijven. We hebben onze rechten nodig, net als iedereen.”
* Boris Dittrich is pleitbezorgend directeur LGBT programma Human Rights Watch