Jrg. 10 no 12 maart 2014
Henna Guicherit
Vrouwen die onderwijs nastreven vormen totaal geen bedreiging voor mannen die onderwijs wensen te volgen. Aan de andere kant vormt het groeiend aantal hoger opgeleide vrouwen, die aspiraties hebben voor lidmaatschap van de Nationale Assemblee en het bekleden van posities in de regering en Hoge Colleges van Staat wel een bedreiging voor mannen. Een mix van de kwaliteiten van beide seksen is echter een vereiste voor goed en beter openbaar bestuur. De scheve sekseratio, in het nadeel van vrouwen, in ons openbaar bestuur is even zorgwekkend als de scheve sekseratio, in het nadeel van mannen, in ons onderwijs. Dat jongens in mindere mate participeren in het onderwijs is, in tegenstelling tot de ondervertegenwoordiging van vrouwen in posities van beleid en besluitvorming, niet het resultaat van een tweederangs positie van mannen of omdat mannen minder privileges zouden hebben op grond van hun gender. Daar waar er in de wereld sprake is van onder participatie van meisjes in onderwijs is dat omdat de ongelijke genderrelaties in het voordeel van mannen werken. In patrilineaire en patriarchale samenlevingen worden vrouwen als ondergeschikt aan mannen beschouwd. Dat blijkt ook in politiek Suriname het geval te zijn. Aan de Grondwet is het niet gelegen. Vrouwen hebben net als mannen het actief en passief kiesrecht.
Genderstatistieken
Met een zekere regelmaat ben ik bij het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS).Aan mijn stapeltje Geselecteerde Genderstatistieken Suriname heb ik recent de zesde publicatie, die in september 2013 verscheen, toegevoegd. Al bladerend springt de scheve sekseratio in de verschillende levensgebieden direct in het oog. Dat het aantal vrouwelijke – het aantal mannelijke studenten in het tertiair onderwijs overtreft was mij bekend. Maar dat de genderkloof op de leerkrachten opleidingen, de Academie voor Hoger Kunst en Cultuuronderwijs (AHKCO) en de Anton de Kom Universiteit (Adek), zo groot is, baart zorgen. De ongebruikelijke aantallen vrouwen die het onderwijsaanbod aangrijpen en mannen die dit aanbod om wat voor reden dan ook afslaan, leidt zonder enige twijfel tot een van de meest spectaculaire verschuivingen in de genderrelaties in onze geschiedenis van sociale ongelijkheid. En dat in een relatief kort tijdsbestek van enkele decennia en onder omstandigheden van min of meer gelijke toegang tot onderwijs.
De bijzondere aandacht van de regering, onderwijsautoriteiten en – instellingen voor deze data van onze intellectuelen is dringend gewenst. Grondig wetenschappelijk onderzoek is vereist en bij de ontwikkeling van programma’s moeten gevestigde ideeën over genderrelaties, genderrollen en stereotyperingen op de proef gesteld worden zowel binnen als buiten de school. Jongens en mannen moeten zich, liever vandaag dan morgen, weer aangetrokken voelen tot onderwijs. Je diploma moet niet alleen je eerste man maar ook je eerste vrouw zijn.

Ongekende groei
We hebben in nog geen 30 jaar een groei meegemaakt waarbij het aantal vrouwelijke universiteitsstudenten drie maal meer is gegroeid dan het aantal mannelijke. De sekse ratio ontwikkelde zich van 141 naar 46.1.Waren er in 1985 totaal 636 mannelijke – en 451 vrouwelijke studenten geregistreerd op de Anton de Kom Universiteit, in het collegejaar 2012/2013 zijn er 1263 mannelijke en 2738 vrouwelijke studenten.
Op het V.W.O, H.A.V.O. en het M.B.O. zijn er dit schooljaar respectievelijk 1457, 893 en 2452 mannelijke leerlingen (totaal 4802) ten opzichte van 2333, 1346 en 2704 vrouwelijke leerlingen (totaal 6383). Op de leerkrachtenopleidingen is de achterstand van mannelijke studenten, vele malen groter; 184 mannelijke ten opzichte van 2557 vrouwelijke studenten. Hiermee wordt nog een extra impuls gegeven aan de feminisering van ons onderwijs. En wordt de kans groter dat mannen onderwijs nog meer als vrouwelijk kwalificeren en geen gebruik maken van de toenemende mogelijkheden zich te scholen. Met als gevolg dat hun kansen om gekwalificeerde posities te bekleden op de formele arbeidsmarkt gevaar lopen.
Als we de statistieken van het aantal universiteitsstudenten naar studierichting en sekse bekijken dan vallen de Faculteiten der Maatschappij – en Medische Wetenschappen op met respectievelijk 75 procent om 60 procent vrouwelijke studenten. Op de Faculteit der Technologische Wetenschappen hebben vrouwen een inhaalslag gemaakt getuige hun meerderheid met 55.7 procent. Dit komt vooral door hun aandeel in de studierichtingen delfstofproductie, infrastructuur, milieuwetenschappen en agrarische productie. De studierichtingen elektrotechniek en werktuigbouwkunde hebben hun status als “mannelijk” nog behouden.
Deze trend is niet uniek in de wereld. In de Verenigde Staten en Europa begonnen vrouwen in de zeventigerjaren van de vorige eeuw met een inhaalslag welke begin tachtigerjaren resulteerde in meer geregistreerde vrouwen in het onderwijs. Een zelfde trend deed zich in de negentigerjaren voor in Latijns Amerika en het Caribisch Gebied. De afgelopen veertig jaar kenmerkte zich door een, niet eerder voorgekomen, groei van vrouwelijke studenten. Gebleken is dat, naarmate landen hun rijkdom toeneemt, meer vrouwen tertiair onderwijs nastreven.Er zijn slechts zeven landen, Chili, Colombia, Guatemala, Hong Kong, Mexico, Swaziland en Zwitserland, waar er sprake is van gendergelijkheid in de studentenpopulatie. (Chiao-Ling Chien, UIS data analist)
Gevolgen
Een oververtegenwoordiging van vrouwen brengt het risico met zich mee dat het voor mannen steeds minder aantrekkelijk wordt om bijvoorbeeld medicijnen te gaan studeren, omdat het ook een “vrouwenvak” dreigt te worden. De feminisering van het onderwijs is gepaard gegaan met een daling in de waardering voor het beroep en de bezoldiging. Wat vrouwen doen wordt immers als van mindere waarde beschouwd en dienovereenkomstig bezoldigd. De statusdaling die de onderwijsgevenden hebben ondergaan is een goed voorbeeld. We moeten wel beseffen dat we in alle sectoren en beroepsgroepen de kwaliteiten van mannen en vrouwen, die kunnen verschillen, nodig hebben. In de medische wereld zijn er die vrouwelijke artsen vanwege hun genderrol ervaren als communicatiever en socialer dan mannen. Mannen, zo stelt men, zijn vanwege hun genderrol vaker avontuurlijk en innovatief ingesteld. Binnen de geneeskunde hebben we dus de kwaliteiten van beide genders nodig. Wanneer de balans doorslaat naar alleen vrouwen dan raken we de bijzondere aangeleerde kenmerken van mannen kwijt. We moeten daarom streven naar een gelijkwaardige en evenredige mix.