Jrg 17 no 8 november 2020
door Isaura Morsen
Isaura Morsen is 22 jaar en student aan de juridische faculteit van de Anton de Kom Universiteit. In het dagelijks leven houdt zij zich, behalve met haar studie, ook bezig met vrijwilligers werk. Zij is huiselijk geweld-ambassadeur en betrokken bij het jongerenplatform van de Stichting One Stop Shop. Dit artikel is gebaseerd op haar afstudeerproject van de bacheloropleiding waarin het fenomeen femicide centraal staat, vooral de Surinaamse aanpak hiertegen en mogelijke oplossingen. De samenleving is de afgelopen tijd opgeschrikt door enkele gevallen van vrouwen die door hun (ex)partner koelbloedig zijn vermoord. Voorlichting ter voorkoming van dit strafbaar feit en empowerment van potentiele slachtoffers moet prioriteit krijgen. Zo ook een wet ter voorkoming, bestraffing en uitbanning van de gewelddadige dood van vrouwen op bases van de Inter-Amerikaanse modelwet.

De term femicide is niet onbekend noch recent ontwikkeld. Sinds de negentiende eeuw werd er gebruik gemaakt van de uitdrukking femicide, om de moord op vrouwen, omdat ze vrouw zijn, aan te duiden. Sedert deze term is bedacht, zijn er verscheidene definities ontwikkeld die uiteindelijk op hetzelfde neerkomen. Van belang is het onderscheid van de verschillende typen femicide, met elk hun eigen oorzaak. Enkele van de meest voorkomende vormen van vrouwen moorden zijn onder anderen; intieme femicide, niet-intieme femicide, bruidssluier-gerelateerde femicide en moorden in naam van eer.
In Suriname is de intieme femicide, ook wel femicide van de intieme partner genoemd, de meest voorkomende vorm. Geweld tussen partners of voormalige partners is bij deze vorm van moorden de boosdoener. Vóór de daad van femicide is er meestal sprake van geweld. Vrouwen zouden vanaf deze fase al moeten uitkijken naar hulp of deze aangeboden moeten krijgen.
Omdat er weinig bekendheid is over instanties die juridische en andere vormen van bijstand verlenen, is het van belang dat de Surinaamse gemeenschap vaker en beter geïnformeerd wordt. Deze instanties kunnen helpen drastische vormen van geweld, waaronder femicide, te voorkomen of in te dammen. De staat waakt hierover door naleving van het Verdrag Belém do Pará en met wetgeving. De Wet Bestrijding Huiselijk Geweld en de Wet Strafbaarstelling Belaging voorzien in preventieve maatregelen zoals een beschermingsbevel en bewegingsvrijheid- en communicatie beperkende maatregelen. Deze preventieve maatregelen zijn niet voldoende om de Surinaamse vrouw adequate bescherming te bieden. Dit blijkt uit de nationale rapporten van Suriname en herhaaldelijke meldingen van femicide.
Hoewel de term femicide nog niet wordt gebruikt in de Surinaamse wetgeving bestaat er wel een strafrechtelijke kwalificatie voor dit delict. Indien de man de vrouw heeft vermoord, zal er voornamelijk gebruik gemaakt worden van art 349 van het Wetboek van Strafrecht over misdrijven tegen het leven gericht. Een aantal Latijns-Amerikaanse landen hebben, in tegenstelling tot Suriname, hun wetten aangepast om deze misdaad te bestraffen en te classificeren als femicide.
Om de Surinaamse vrouw adequate bescherming te bieden, heeft Suriname het Belém do Pará- verdrag geratificeerd en zich hierdoor gecommitteerd aan de verplichtingen genoemd in dit verdrag. Dit heeft zij gedaan door op verscheidene manieren invulling te geven aan de artikelen zeven tot en met negen van dit verdrag. Zo werd in 2009 de Wet Bestrijding Huiselijk Geweld van kracht. Toch blijkt uit de evaluatie van het Belém do Pará-verdrag in nationale rapporten dat het er, in Suriname en andere landen, met de opvolging van dit verdrag er bezwaarlijk aan toe gaat. De rechten van de vrouw worden toch herhaaldelijk geschonden en niet adequaat beschermd.
Modelwet
Op grond hiervan is een follow-up mechanisme voor het Belém do Pará-verdrag ingesteld voor betere evaluatie van de naleving van dit verdrag. En het doen van aanbevelingen voor complicaties die zich voordoen in de partijstaten. Eén manier waarop Suriname recent invulling heeft gegeven aan het Belém do Pará-verdrag is het automatisch aannemen van de Inter-Amerikaanse modelwet ter voorkoming, bestraffing en uitbanning van de gewelddadige dood van vrouwen in 2019. Deze wet tracht een overzicht van het fenomeen te bieden en dient als hulpmiddel voor staten en andere partijen die geïnteresseerd zijn in de bescherming van vrouwenrechten zoals vastgesteld in het Belém do Pará-verdrag. Verder geeft deze modelwet een breedvoerige uitleg over de definities, kwalificatie, motieven, verzwarende gronden, aanvullende straffen, bewustzijn, trainingen, onafhankelijke (in)directe femicide slachtofferzorg, schadeloosstelling, preventieve en repressieve maatregelen met betrekking tot femicide. Deze breedvoerigheid brengt verschillende voordelen met zich mee, maar ook zaken die vraagtekens kunnen oproepen bij de gemeenschap. Om deze onduidelijkheden wat te verhelderen zijn er persoonlijke gesprekken gevoerd, waarbij Surinaamse burgers na het lezen van de modelwet, zelf mochten meedenken of deze modelwet – bij afzonderlijke aanname of als strafverzwarende grond – in het Wetboek van Strafrecht het best een bijdrage kan leveren. Na onderzoek is gebleken dat er in beide gevallen complicaties kunnen zijn waaraan Suriname zal moeten werken. Uiteindelijk zal toch één methode van incorporatie moeten worden gekozen.
In geval van incorporatie van de modelwet in het Wetboek van Strafrecht zal de daad van femicide het beste als strafverzwarende grond van het delict moord komen te staan, omdat deze strafbare gedraging een vorm van moord is. Indien dit zo zal geschieden, zal in de delictsomschrijving sprake zijn van definiëring van het delict en daarna de strafmaat worden vastgesteld.
In geval de wet in zijn geheel wordt opgenomen zal de staat tal van verplichtingen moeten nakomen en zullen de slachtoffers rechten krijgen die niet geschonden mogen worden. Hierdoor kunnen er verschillende complicaties ontstaan. Deze kunnen opgelost worden indien de staat en de bevoegde instanties zich op de juiste wijze committeren aan de hun opgelegde verplichtingen.
Nogmaals,…. de staat Suriname heeft zich gecommitteerd om de rechten van vrouwen te waarborgen. Op grond hiervan dient de daad femicide als een inbreuk van het recht van vrouwen op een leven vrij van geweld, zoals opgenomen in het Belém do Pará-verdrag, gestraft te worden volgens een wetgevingsproduct dat voldoende aandacht schenkt aan het straffen van de dader en ook alles daaromheen.
Op basis daarvan concludeer ik dat, ondanks de complicaties die Suriname zal moeten overbruggen, de Inter-Amerikaanse modelwet ter voorkoming, bestraffing en uitbanning van de gewelddadige dood van vrouwen oftewel de Femicide Model Law voortvloeiend uit het Belém do Pará-verdrag, als afzonderlijke nieuwe wet in de nationale wetgeving geïncorporeerd moet worden.