Jrg 19 no 5 augustus 2022
Tekst Julia Terborg en Jacintha Jong A Lock – Dundas
Prisiri fu blakaman pikin na skin ati. Wie zijn kind liefheeft, bespaart de roede niet, wie zijn roede spaart, haat zijn zoon; maar wie hem liefheeft, tuchtigt hem reeds vroeg. Dit zijn bekende uitingen in Suriname, die aanmoedigen tot het hanteren van lijfstraffen in de opvoeding van kinderen. Lijfstraffen toegediend door ouders en verzorgers in de disciplinering van hun kinderen is voor velen in onze samenleving een normaal en geaccepteerd gebruik. Eén die zelf aangespoord en stellig verdedigd wordt, zelfs door diegenen die de lijfstraffen hebben ondergaan.
Jaarlijks worden zo’n 500 kinderen op de Spoed Eisende Hulp van het Academisch Ziekenhuis aangemeld met lichamelijke verwondingen die het gevolg zijn van lijfstraffen die door ouders/verzorgers in het kader van disciplinering worden toegepast. Nationaal onderzoek dat in 2017 werd uitgevoerd laat zien dat dit het topje van de ijsberg is. De schattingen zijn dat jaarlijks zo’n vijfduizend kinderen verwondingen overhouden aan lijfstraffen. Daar bovenop komt ook het emotioneel leed dat met lijfstraffen gepaard gaat.
Lijfstraffen zijn geen effectief middel om het gedrag van kinderen te verbeteren, en dragen op lange termijn zelfs bij aan verslechtering van het gedrag. Lijfstraffen verhogen het risico op lichamelijke verwondingen en mentale gezondheidsproblemen, en hebben ernstige negatieve gevolgen op de cognitieve en sociale ontwikkeling van het kind. Dit zijn niet zomaar uit de lucht gegrepen stellingen, maar conclusies uit grootschalige studies die in de afgelopen decennia wereldwijd zijn uitgevoerd.
Uit onderzoek over kindermishandeling in ons land en uit reacties vanuit de gemeenschap op het project ‘Opvoeden met liefde, begrip en geduld’ dat georganiseerd is door de stichting Kinder- en Jongerentelefoon (KJT), kan het volgende geconstateerd worden. Het blijkt dat dwars door etniciteiten, leeftijden en opleidingsniveaus de opvatting bestaat dat kinderen slaan, de bepalende factor is voor het afleveren succesvolle volwassen individuen aan de samenleving.
Daarbij wordt vaak niet geluisterd naar het kind, omdat ervan uit wordt gegaan dat kinderen onvoorwaardelijk moeten luisteren naar hun ouders en ouders het beste voor hebben met hun kinderen. En dat ouders een natuurlijk verworven recht hebben om hun kind lijfstraffen toe te dienen omwille van disciplinering. ‘Het kind luistert niet, is brutaal’ is naar de ervaring van de KJT een veel gebruikte en gemakkelijke rechtvaardiging waar ouders en verzorgers een grondig onderzoek van een melding mee kunnen weren of andere gepaste acties tegen hen, kunnen ontkomen.

We weten nu meer dan genoeg om als samenleving resoluut het besluit te nemen om alle vormen van lijfstraffen van kinderen, hoe mild dan ook, dus ook de zogenaamde ‘pedagogische tik’ uit te bannen, en lijfstraffen ook bij wet te verbieden. Het ontbreken van wettelijke bescherming- in tegenstelling tot andere vormen van interpersoonlijk geweld – schendt het recht van kinderen op gelijke bescherming onder de wet. Elk kind heeft recht op hetzelfde respect en dezelfde bescherming die nu alleen aan volwassenen geboden wordt.
Kinderrechten en wetgeving
Het is op basis van deze groeiende bewustwording dat de VN Commissie voor Kinderrechten in 2007 een striktere definitie van lijfstraffen maakte, namelijk: ‘Elke straf waarbij fysieke kracht wordt gebruikt met de intentie om pijn of ongemak te veroorzaken, hoe mild dan ook’ (CRC General Comment No. 8, 2007). Elke vorm van lijfstraf is een schending van het recht van kinderen op respect voor hun menselijke waardigheid en fysieke integriteit, en schendt ook het fundamenteel recht op een leven vrij van foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing.
In 2020 zijn in 64 landen overheden er al toe overgegaan om alle lijfstraffen tegen kinderen bij wet strafbaar te stellen. Studies in 88 landen wijzen uit dat in landen waar lijfstraffen bij wet zijn verboden vooral niet gewelddadige methoden in de opvoeding worden toegepast.
In het Caraïbisch gebied met circa acht miljoen kinderen heeft nog geen enkele overheid deze maatregel genomen, terwijl alle landen het Kinderverdrag hebben geratificeerd en ook door meerdere mensenrechtencommissies zijn aangemaand om de wet op dit stuk aan te passen.
Ook de Surinaamse staat is er meerdere malen op gewezen dat het wettelijk verbieden van alle lijfstraffen nog steeds niet is uitgevoerd. In antwoord op dit commentaar van de VN Commissie Kinderrechten heeft de Surinaamse overheid in 2014 aangegeven dat ‘bij de herziening van het Burgerlijk Wetboek, het verbod op alle lijfstraffen in de opvoeding van kinderen zal worden overwogen’. In het nieuwe concept Surinaams Burgerlijk Wetboek (SBW) is nu al een concept artikel opgenomen waarin wordt gesteld dat ‘In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe’.
Marinus Bee, voorzitter van De Nationale Assemblee, heeft op 20 juli bij het gehouden symposium van de KJT zijn volle ondersteuning toegezegd voor verdere aanpassing van wetgeving. Voor Suriname een prachtige kans om het voorbeeld te geven in de regio en het eerste land te zijn dat in het Caribisch gebied alle lijfstraffen van kinderen bij wet verbiedt.
Omdat de wet onder het familierecht is ondergebracht, is het doel niet om ouders die lijfstraffen toepassen te vervolgen en op te sluiten, maar juist verder te versterken en te begeleiden in niet gewelddadige opvoeding. De belangrijkste boodschap die deze wet geeft is dat lijfstraffen onder geen enkele voorwaarde worden getolereerd en dat de wet het kind hierin beschermt.
De inhoud van dit artikel moet alle opvoeders bereiken, inclusief alle leerkrachten. Hoe doen we dat?
LikeLike
Gewoon alvast delen via Social Media.
LikeLike