Samen huiselijk geweld aanpakken in Wanica en Marowijne 

Jrg 20 no 2 mei 2023

Tekst Carla Bakboord 

 

Jongens en meisjes, mannen en vrouwen geweld aandoen die zich niet houden aan het gangbare, traditionele gedrag dat gekoppeld wordt aan vrouwelijkheid en mannelijkheid, komt veel voor. Dit noemen we gender gerelateerd geweld. In de praktijk gaat het voornamelijk over meisjes en vrouwen omdat die het meest geweld ervaren. Ze ervaren het door vreemden, maar ook binnen de familie; we praten dan over huiselijk geweld. Maar ook jongens die zich niet stoer gedragen of niet mee willen doen aan pesterijen van meisjes en jongens die zich anders gedragen dan wat van hen verwacht wordt, ervaren soms ook geweld door hun leeftijdsgenoten en ouderen. 

Om kinderen al vrij vroeg te leren wat gender gerelateerd- en huiselijk geweld is en hoe zelf geen geweld te plegen, heeft Women’s Rights Centre (WRC) in de periode juli 2022 tot en met eind maart 2023 het project ‘Jongeren betrekken in de strijd tegen gender gerelateerd en huiselijk geweld’ uitgevoerd. Dit project is een samenwerking met de Jeugdambassadeurs tegen Huiselijk Geweld met financiële ondersteuning van de Nederlandse Ambassade in Suriname. Het project bestond uit twee delen. Interactieve sessies op lagere scholen in de districten Wanica en Marowijne uitgevoerd door de jeugdambassadeurs. Zij hebben dit samen gedaan met een maatschappelijk werker uit Paramaribo om, indien nodig, begeleiding te geven aan de kinderen. Vervolgens is er een vierdaagse training voor stakeholders in het district Marowijne verzorgd door Carla Bakboord. 

Voor duurzame nazorg is in Marowijne een kern van 23 lokale hulpverleners waaronder politie, buurtmanagers, leerkrachten, Inspectie Onderwijs, vertegenwoordigers van religieuze gemeenten, Bureau Rechtszorg en niet-gouvernementele organisaties en maatschappelijk werkers van het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting getraind in het interveniëren van gender gerelateerd- en huiselijk geweld. Er werd gebuikt gemaakt van rollenspelen, discussies, quizzen, presentaties en opdrachten. De sessies bestonden onder meer uit kennis over de grondbeginselen van mensenrechten, diverse religies en geloofsovertuigingen, wetenschappelijke theorieën over de oorzaak van gender gerelateerd- en huiselijk geweld, wat gender gerelateerd- en huiselijk geweld is, een slachtoffergerichte benadering, machtsverhoudingen en de Wet Bestrijding Huiselijk Geweld. 

Uit de sessies bleek al gauw dat gender gerelateerd- en huiselijk geweld ook een veelvoorkomend verschijnsel is in Marowijne. En verschilt dit district niet met de andere districten. Ik sprak met enkele deelnemers over hun ervaring met de training en wat zij met de opgedane kennis zullen doen. Annelies den Boer-Aside van het Vrouwenplatform Albina, Tresna Pinas van Stichting Teke Leli in Moengo en Samantha Nading van Politie Meerzorg benadrukken dat zij het als heel leerrijk hebben ervaren. 

Beeld: Women’s Rights Centre

Interviews

Annelies den Boer-Aside: “Het was een eyeopener voor mij. Ik wist best wel veel van huiselijk geweld, maar had voorheen geen verbanden gelegd. Bijvoorbeeld de groepsopdracht waarbij de deelnemers iemand moesten uitsluiten, kon ik nu linken aan geweld. Ik gaf ook gauw op wanneer mensen niet uit een gewelddadige relatie wilden stappen en dacht ik: misschien hou je wel van dat toxic gedrag? Ik heb nu geleerd mensen hun keuzes te respecteren ook al nemen zij jouw hulp op dat moment niet aan. En dan gewoon weer hulp aanbieden wanneer zij dat weer vragen. Dit is de slachtoffergerichte benadering die wij tijdens de training hebben geleerd. Hulpverleners kunnen de cliënten niet dwingen bepaalde stappen te nemen, maar moeten wel de juiste informatie toespelen. Slachtoffers willen gewoon dat het geweld stopt.”

Zowel Tresna Pinas als Annelies den Boer- Aside vonden de groepsopdracht ‘het in kaart brengen van instanties of personen in jouw regio die hulp kunnen verlenen’, heel belangrijk. Den Boer-Aside en Pinas: “We hebben er samen echt heel diep over moeten nadenken. Het heeft ons laten zien dat er meer beschikbare diensten en mensen zijn die hulp kunnen verlenen, al is het minimaal. Zo kunnen we dus ook anderen raadplegen die effectiever zijn dan de politie alleen. 

Den Boer -Aside: “Vanuit het vrouwenplatform willen we een aanspreekpunt opzetten voor gevallen van huiselijk geweld en doorverwijzing. We zijn nu bezig hulpverleners en sociaal werkers te identificeren naar wie we rechtsreeks kunnen doorverwijzen. We hebben tijdens de training al met enkelen kennis kunnen maken en hopen ook met hen korte lijnen te hebben. Dit is belangrijk voor een efficiënte doorverwijzing. Het Vrouwenplatform Albina zal toezicht houden op de nazorg.

Samantha Nading: “Voor mij was de sessie over gender nieuw. Ik heb geleerd dat wat van je verwacht wordt als meisje of jongen dat het gender is; dus aangeleerd gedrag. Ik pas dit nu ook toe in mijn privéleven en mijn werk. Ik heb ervaren dat we door middel van voorlichting hierover huiselijk geweld kunnen verminderen. Ik zie namelijk dat cliënten heel weinig weten van huiselijk geweld en hoe dit gelinkt is aan gender. Ze komen bij de politie de melding doen en wanneer je ze uitlegt, dan pas zien ze dat zij dader zijn en geen slachtoffer. Dat geldt voor zowel vrouwen als mannen. Door deze training zullen we zeker ook netwerken met de andere actoren die we tijdens de training hebben ontmoet. Wij wisten niet dat bepaalde organisaties in Marowijne actief zijn, zoals die van Tresna Pinas en Annelies den Boer – Aside. Die kunnen goede partners worden in de strijd tegen huiselijk geweld. 

Ook Tresna Pinas wil samen met andere actoren huiselijk geweld aanpakken. “We moeten het samen doen. Je kan het niet alleen. Ik heb tijdens de training meer duidelijkheid gekregen over wat je onder huiselijk geweld kan rekenen. Soms zie je bepaalde dingen, maar dan is het andersoortig geweld. In mijn omgeving kom ik gevallen tegen, maar hoe je het kan aanpakken, wist ik niet. Bij ons is het nog steeds taboe. Men praat niet erover. Vooral vanwege de bedreiging van de dader. Ik ga de kennis en de informatie zeker gebruiken want er komen nu al mensen naar me toe en nu kan ik ze helpen. Ik heb wel meer ondersteuning van anderen nodig. En ook een ruimte want het is niet goed dat mijn huis het aanspreekpunt voor huiselijk geweld wordt. We hebben vooral van WRC en andere professionals hulp nodig. Want als we vastzitten, moeten we terug kunnen koppelen met experts die ons ook kunnen helpen met het doorverwijzen. Alleen kan je het niet”. 

Ik ben blij dat de deelnemers vragen naar een vervolgsessie; een training voor trainers zodat zij zelf in het district de trainingen kunnen verzorgen. Zowel den Boer-Aside, Pinas en Nading adviseren dat de trainingssessie die zij onlangs hebben gekregen ook verzorgd wordt voor diensthoofden, religieuze leiders en kapiteins want ze zijn heel belangrijk voor een eerstelijnshulpnetwerk huiselijk geweld. Een eerstelijnshulpnetwerk opzetten is één van de meest urgente stappen in de strijd tegen gender gerelateerd – en huiselijk geweld benadrukken den  Boer – Aside, Pinas en Nading.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s