Genderoptiek Jrg 13 no 10 januari 2017
Door Carla Bakboord
2016, het Jaar van de Aap heeft voor heel wat beroering gezorgd. Politieke en religieuze leiders riepen wereldwijd dat mensenrechten alleen van toepassing zijn op een select groepje. Zo verkondigden president Rodrigo Duterte van de Filipijnen, Nederlands Tweede Kamerlid Geert Wilders, de Franse presidentskandidaat Marine le Pen als de onlangs in de Verenigde Staten gekozen president Donald Trump, luidkeels dat bepaalde categorieën mensen uitgesloten moeten worden. Tegelijkertijd vormen deze burgers geen eenheidsworst. Wat een verwarring als in Amerika plotseling een witte vrouw en een witte homoseksueel op één hoop worden gegooid met een zwarte migrant of andersom. Zij zitten dan in hetzelfde schuitje. Beseffen de politici dit wel? Wellicht zijn het uitingen van die behendige en zich superieur voelende aap die anderen te snel en te slim af kan zijn. In Suriname hadden onze politieke en religieuze leiders ook last van apenkuren. En werden in het Jaar van de Aap de rechten van minderbedeelde mannen en vrouwen, LGBT’s, kinderen en vrouwen keer op keer geschonden. Seksueel misbruik, huiselijk geweld en zelfmoordpogingen onder deze groepen logen er dan ook niet om.
Volgelingen
Eeuwenlang maken religieuze en politieke leiders misbruik van de religie, en zetten hiermee hun volgelingen behendig naar hun hand. Jong en oud worden thuis, op school maar vooral in de gemeenten en politieke organisaties geleerd te gehoorzamen, te zwijgen en vooral geen kritische vragen te stellen. Deze eigenschappen zijn waardevol in de ogen van God. Ongehoorzaamheid wordt immers afgestraft en je dwaalt af van je geloof, zeggen deze leiders. Maar Jezus bijvoorbeeld, was toch juist vaak in dialoog met de mens? Of vergeten de leiders dit bewust? Zo worden bange, gedweeë en afhankelijke volgelingen gekweekt. En hieraan ontlenen deze leiders hun macht en troon. Ik ben principieel tegen het kweken van bange burgers omdat je hiermee angst en discriminatie stimuleert. En ook je ogen sluit voor geweld dat hieruit voortvloeit en de vooruitgang van land en volk stagneert. Onze leiders dienen kritische burgers juist als voedingsbron te zien voor elke – en ook hun eigen ontwikkeling. Kritische burgers laten je tenminste niet in je hemd staan.
Dit laat mij denken aan het sprookje “De nieuwe kleren van de keizer”. De kleermakers van een zeer ijdele keizer waren gewend exclusieve kleding voor hun vorst te maken. Op een dag konden zij geen unieke stoffen meer vinden. Zij maakten hun keizer wijs dat zijn nieuwe kleding van een zeer uitzonderlijke onzichtbare stof is gemaakt die alleen intelligente mensen konden zien. Natuurlijk is dit onzin. De slimme kleermakers waren zich ervan bewust dat niemand zou durven zeggen dat hun vorst niet gekleed is. Wie wil er nou voor dom worden uitgemaakt. Ook keizer niet, dus zei hij ook maar niets. Op een zekere dag liep de keizer triomfantelijk in zijn onzichtbare kleding in een optocht. Het volk viel om van verbazing en schaamte, maar niemand durfde iets te zeggen. Plotseling riep een kind: “Hé, kijk de keizer loopt in zijn blootje”.
Zo ook lopen heel wat van onze politieke en religieuze leiders in hun blootje. En bijna niemand die hen daarop durft te wijzen. Uit angst uitgesloten te worden, geen graantje meer te kunnen meepikken, bang zijn eeuwig te zullen verbranden in de hel, zwijgen zij. Gelukkig zijn er burgers die de leiders wel bekritiseren. De trouwe volgelingen weten hun leiders er ieder keer weer van te overtuigen dat zij het altijd bij het rechte eind hebben. En zij laten hun ijdele leiders schaamteloos paraderen in hun naakte gewaad.
Mensenrechten en eenheid
Burgers moeten kritisch zijn. Als docent vind ik het belangrijk dat studenten, de dragers van de toekomst, kritisch denken over maatschappelijke vraagstukken. We raken immers steeds meer geconfronteerd met complexe kwesties die direct invloed hebben op hoe wij met elkaar moeten omgaan en in harmonie samenleven. Bijvoorbeeld hoe wij onze bronnen en middelen rechtvaardig moeten verdelen. Elk mens heeft behoefte aan voeding, huisvesting, onderwijs, werk, liefde, veiligheid en vrede. De ongelijkheid in de wereld zorgt er echter voor dat een meerderheid structureel nadeel ondervindt en een minderheid structureel voordeel heeft.
Om hun macht en rijkdom te behouden, zetten politieke en religieuze leiders de politiek van verdeel en heers in. Hiermee voeden ze al eeuwenlang de ongelijkheid tussen mensen zodat zij geen vuist kunnen maken. Immers, onze leiders weten dat eenheid en eendracht leiden tot macht. Ze stellen alles in het werk om zelf de macht en de controle over de samenleving te behouden.
In een economische crisis is de mens extra kwetsbaar. Je ervaart pijn, je bent radeloos, je verlangt naar beter en je zoekt naar schuldigen. Hier maken de leiders gretig misbruik van. Dankzij hun verdeel- en heerspolitiek en de volgelingenzwijgcultuur versterken de vertrouwelingen de ijdelheid van hun leiders en paraderen zij samen onbeschaamd naakt door een wildernis van onopgeloste ellende.
Verschillen respecteren
Ik ben blij dat niet alle politieke en religieuze leiders deze cultuur en politiek van verdeel en heers hanteren. Tijdens een training mensenrechten, religie en huiselijk geweld die ik verzorgd heb voor geestelijke leiders, werd mij al gauw duidelijk dat velen liefde prediken. Bovendien nemen zij de mens, ongeacht haar positie, identiteit of status, op in de armen van de Goddelijke liefde. Een alomvattende liefde die de rechten van elk mens hoog acht. Deze religieuze leiders staan hiermee in lijn met een verklaring ondertekend door wereldreligieuze en wereldpolitieke leiders van naam en faam tijdens de slotmanifestatie “Faith in Human Rights” in 2008 in Den Haag. Zij verklaarden en bevestigden het volgende: Onze religies erkennen en ondersteunen de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van elk mens, alleen of in gemeenschap met anderen. Het moet worden erkend dat religie helaas soms wordt misbruikt op een wijze die de mensenrechten schendt. Maar wij, vertegenwoordigers van verschillende geloofstradities, zijn bij elkaar gekomen om in eenheid te benadrukken dat religie een primaire bron is van inspiratie voor de rechten van de mens zoals onze heilige geschriften en leerstellingen duidelijk maken.
Deze wereldleiders riepen hierbij gelovigen wereldwijd op deze verklaring te verspreiden en ernaar te handelen. Mensenrechten en de grondbeginselen van de heilige geschriften bijten elkaar dus niet.
In 2017, het Jaar van de Haan, dat zich kenmerkt door waakzaamheid, alertheid, spierballen – machogedrag, zullen waardige religieuze en politieke leiders hun stem krachtiger moeten laten horen. IJdele religieuze en politieke leiders zullen hun naakte kleed moeten inruilen voor deugd. Zaai geen haat! Zet mensen niet tegen elkaar op! Verbreek geen familiebanden! Leef de rechten van alle mensen na! Want oproepen tot discriminatie van de ander, leidt ook tot een verdeel- en heerscultuur in families, met huiselijk geweld als gevolg. Laat 2017 het jaar zijn waarin wij elkaars verschillen respecteren en ons meer focussen op wat wij gemeen hebben.