Genderoptiek Jrg 14 no 12 maart 2018
Carla Bakboord
In 2015 kwamen wereldleiders samen en maakten ze een historische belofte. Ze hebben zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen ondertekend die het potentieel hebben om onder meer binnen vijftien jaar de armoede te beëindigen en ongelijkheid te verminderen. De kern van de doelen is een toezegging om ervoor te zorgen dat ‘niemand wordt achtergelaten’ en dat geen enkel doel als vervuld wordt beschouwd, tenzij het voor iedereen wordt behaald. We zijn getuige geweest van enorme vooruitgang in de strijd tegen armoede en onrecht. Teveel mensen – de meest arme, degenen die uitgesloten zijn, benadeeld zijn en het risico lopen op geweld en discriminatie worden nog steeds geconfronteerd met verschrikkelijke ongelijkheden als het gaat om toegang tot hulpbronnen en rechten. De wereld moet zich richten op het bereiken van deze groepen en ervoor zorgen dat ze hun stem laten horen om een betere wereld voor iedereen te bereiken.
‘Laat niemand achter’ werd afgelopen woensdag tijdens de launch van de alliantie voor personen met een beperking, georganiseerd door de Vereniging van het Surinaams Bedrijfsleven (VSB) en UNDP, weer eens benadrukt door diverse sprekers. Ieder mens ongeacht zijn/haar etnische afkomst, seksuele geaardheid, politieke of religieuze overtuiging en sekse heeft gelijke burgerrechten. Daar heeft de Staat zich aan gecommitteerd middels een contract met haar burgers om hen te beschermen tegen elke vorm van discriminatie. Daarom is het niet meer dan logisch dat niemand uitgesloten wordt. Toch worden wij daar dagelijks mee geconfronteerd. Zo menen heel wat dienstverleners uit de private en publieke sector het recht te hebben dit contract naast zich neer te leggen. Women’s Rights Centre beroept zich met vele anderen op de mensenrechtenverdragen, onze grondwet met daarop aansluitend de nationale wetgeving. Wetgeving is nodig om elkaar te beschermen tegen ongelijke behandeling en geweld. Vaak genoeg worden mensenrechtenactivisten ervan verweten dat zij hun eigen mening aan anderen willen opleggen. Alsof zij heel andere eisen stellen dan die de staat al overeengekomen is met haar burgers en haar internationale partners. Integendeel zien we juist dat velen zich eerder schuldig maken door bij willekeur de verdragen na te leven. En daarmee bepaalde groepen bewust uit te sluiten.
Goedheid
Sommigen vinden het een doodgewone zaak dat bepaalde groepen worden uitgesloten en zelfs gefolterd. Het verbaast mij overigens dat sommige religieuze en politieke leiders dit gedrag aanmoedigen en haat oproepen. Ik vraag mij in gemoede af, of zij vanuit een goddelijk – en mensenrechten principe en goedheid handelen. Hoe gestoord zou u mij vinden wanneer ik zou verkondigen dat vanuit mijn religie het geoorloofd is om mannen en vrouwen die overspel plegen te stenigen met de dood tot gevolg. En vooral mannen omdat zij het als ‘zogenaamde’ geboren leiders beter behoren te weten. Die moeten dus dubbel gestraft worden. We zouden geen stenen meer over hebben, hoor ik sommigen het al uitschreeuwen. Maar serieus. Ik weet zeker dat u zou denken dat deze vrouw niet goed bij haar hoofd is en dat ze nooit vanuit haar religie kan praten. Maar dit is de dagelijkse praktijk. Er zijn mannen die gestenigd worden, omdat zij een man liefhebben. Er zijn mensen wiens rechten worden ontnomen omdat ze met het hiv-virus geïnfecteerd zijn, donker gekleurd zijn, in het binnenland wonen of een beperking hebben. Of gewoon omdat ze vrouw zijn. Het is toch eigenlijk te gek voor woorden dat we voor elke groep apart een overeenkomst moeten sluiten om hun rechten te kunnen waarborgen. Dat wij niet eens in staat zijn iedereen, vooral ook de meest kwetsbaren onder ons dezelfde rechten te gunnen. Er mankeert duidelijk iets aan het wezenlijke; aan de goedheid van de mens. Wij gaan er wel prat op dat we ons laten leiden door God. Voor mij bestaat God echter uit een substantie van alleen goedheid. We moeten wel dubbel kritisch kijken en luisteren naar mensen die verkondigen dat zij namens God praten. Bovendien lijkt het erop alsof velen zichzelf een hogere waarde toekennen dan zij die niet op hen lijken. Het brengt me terug naar het denken van Hitler over het Arische ras, dat hij als de übermenschen beschouwde. Een denken dat volgens mij zijn grondslag vindt in angst. Angst dat de eigen soort verloren gaat en geen toegang en zeggenschap meer zal hebben over bronnen. Daarom moest een willekeurige groep, de zogenaamde untermensch uitgeroeid worden. Pas op! We worden tegenwoordig nog steeds geconfronteerd met dit soort desastreus denken en handelen. Gelukkig zijn er sterke mensen die wel vanuit het goede handelen en hun naasten gelijke rechten toekennen.
Strijders
Daarom ben ik blij met mannelijke strijders, zoals Steven McAndrew van de VSB en de minister van Arbeid, Soewarto Moestadja, die opkomen voor de rechten van kwetsbare groepen. Zo heeft de VSB zich al meerdere malen uitgesproken voor gelijke rechten voor de LGBT-populatie, mensen met een beperking en mensen die leven met hiv. En minister Moestadja die zich inzet voor wetgeving gelijke behandeling en bestrijding geweld op de werkplek. Zij zijn echte voorbeeld mannen, die zich niet schamen op te komen voor de rechten van de meest kwetsbaren onder ons. Kwetsbaar ook omdat de overheid nog steeds onvoldoende sancties treft wanneer uitsluiting en discriminatie plaatsvinden. Daarom is het goed dat de VSB en het ministerie van Arbeid samen met andere actoren actie ondernemen om hier verandering in te brengen. Kenmerkend voor mens en natuur is de grote diversiteit waarin zij zijn geschapen. Wie zijn wij, die deel uitmaken van deze prachtige kleurrijke schepping, om anderen uit te sluiten omdat zij anders zijn. Iedereen is uniek in zijn zijn en mag nimmer uitgesloten of achtergelaten worden.