Gender = mannen + vrouwen. FOUT!

Genderoptiek Jrg 14 no 12 maart 2018
Door Henna Guicherit

Het is nog geen dertig jaar geleden dat, behalve feministen, niemand in ons land het begrip gender in de mond nam. Tegenwoordig is het schering en inslag. Goede zaak voor jullie ‘genderinnen’”, hoor ik sommigen al schertsend zeggen. Jullie zijn toch altijd zo ‘gender’ bezig. En jullie vinden dat iedereen ‘gender’ moet zijn. ‘Gender’ is toch gewoon mannen en vrouwen? ‘Gender mi wan brede’. Ik kan legio uitspraken citeren. Als het doorsnee burgers betreft die dit begrip op hun eigen en soms komische manier gebruiken, tot daaraan toe. Maar wanneer ik in officiële overheidsdocumenten lees op welke wijze verantwoordelijken voor het genderbeleid met dit begrip omgaan, moet ik mij als co-redacteur van deze rubriek met een veelzeggende naam, wel aangesproken voelen. Dan is het de hoogste tijd dat mijn genderbewuste pen van zich doet spreken.

111 Mo magazine

Toen ik onlangs de ‘Herziene Nota van wijziging begroting 2018’ onder ogen kreeg, heb ik mij niet over de bedragen gebogen. De ins en outs van ‘s landskas blijven voor mij immers duister. Bij de Centrale Begrotingsboekhouding werd mij eens, als reactie op mijn verwondering over het nog niet beschikbaar zijn van gelden die de overheid een ngo schuldig was, toegefluisterd dat het niet meer zo toegaat als vroeger. En uit de zorgvuldig gekozen woorden moest ik opmaken dat het een enkele minister is die bepaalt wie en wat wel en niet uitbetaald wordt. Realiteitszin dwingt mij dus niet te verwachten dat de praktijk dit jaar anders zal uitwijzen. Bovendien staat in deze nota op pag. 162 bij Genderaangelegenheden: ‘vanwege beperkte financiële middelen van de Staat, is er in het dienstjaar 2017 niets gerealiseerd’.

Waar ik mij in deze nota wel met veel belangstelling over heb gebogen, zijn de passages over het genderbeleid. Met behulp van de zoekfunctie was ik erachter gekomen dat in het eerder verschenen 166 pagina’s tellende Ontwikkelingsplan 2017 – 2021 het begrip gender 33 keer voorkwam. Heel wat meer dan in eerdere plannen. In de Herziene Nota stond de teller van de zoekfunctie in luttele seconden voor dit begrip op 74. Een record dat mij direct blij zou moeten maken was het niet dat dit plan mij bij het lezen heel hard met beide benen op de grond had teruggebracht. Want de wijze waarop daarin met dit begrip is gestrooid is als veel geblaat maar weinig wol.

Herzien
Toen ik al browsend door de Herziene Nota ging werd één ding mij duidelijk; het móet herzien worden. De eerste tabellen die ik onder ogen kreeg, maakten direct duidelijk dat de schrijvers nota hebben genomen van het kernbegrip gender maar er onvoldoende kaas van hebben gegeten. En net als de doorsnee-burger simpelweg stellen dat gender = mannen + vrouwen. In tabellen van het ministerie van Justitie en Politie bijvoorbeeld met namen als:

  • Leeftijdsopbouw en gender rechters;
  • Gender Personeel Griffie der Kantongerechten Civiele Zaken;
  • Leeftijd en Gender Personeel Kabinet RC Strafzaken; en
  • Deurwaarders – Leeftijd en Gender wordt gender steevast uitgesplitst naar een kolom man en een kolom vrouw; naar sekse dus. Maar gender is niet simpelweg mannen en vrouwen!

Gender versus sekse
Het begrip sekse wordt gebruikt om de biologische verschillen tussen vrouwen en mannen aan te geven. Deze sekseverschillen zijn hen aangeboren; ongeacht waar en wanneer zij zijn geboren, tot welke etnische groep zij behoren of welk beroep zij uitoefenen. Het zijn vanwege hun aangeboren biologische kenmerken, dat vrouwen kinderen kunnen baren en dat mannen sperma kunnen bieden. Liefdevol omgaan met picolets en rowties is mannen niet aangeboren maar aangeleerd. Vrouwen kunnen dat ook. Het zit dus niet in de genen. Zo is het mijn goede vriendin niet aangeboren om haar moestuin te verzorgen. Zij heeft het geleerd en haar zoon kan het ook leren. Genderrollen worden dus cultureel en niet biologisch bepaald en kunnen leiden tot ongelijkheid. In onze samenleving wordt bijvoorbeeld traditioneel verwacht dat mannen bestuurlijke taken van het land op zich nemen en vrouwen zorgtaken van het gezin. Met het begrip gender worden dus niet de biologische kenmerken van vrouwen en mannen aangegeven maar de sociale relaties tussen hen. En wat als mannelijk en als vrouwelijk beschouwd wordt. Deze relaties zijn sociaal geconstrueerd en kunnen veranderen. Ik richt mij in dit artikel alleen op de verhoudingen tussen mannen en vrouwen hoe die sociaal geconstrueerd zijn. Gender is meer dan dit.

Wat is dan het probleem waar genderdeskundigen zich onder andere mee bezighouden en waar ons genderbeleid zich op moet richten? Dat probleem is de ongelijkheid die gepaard gaat met wat wordt bepaald als te zijn mannelijk en vrouwelijk en de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. De naar sekse uitgesplitste cijfermatige data over belangrijke indicatoren kunnen ons ons harde informatie geven over de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen.  Zeventig procent van de 1.3 miljard wereldburgers die in armoede leven zijn vrouwen. Vrouwen verrichten 66 procent van de wereldarbeid voor 5 procent van het inkomen. Bij ons maakt ieder plaatje van regering en DNA de ongelijkheid in besluitvorming zichtbaar. Deze ongelijkheid verklaren wij niet vanuit het aangeborene, het biologische, maar wel vanuit het geconstrueerde. Het genderbeleid moet die ongelijkheid zichtbaar maken met behulp van naar sekse uitgesplitste cijfermatige data. Om deze ongelijkheid te verklaren zal men nu moeten nagaan hoe het komt dat er bijvoorbeeld minder vrouwen dan mannen zichtbaar zijn in het machtscentrum. Welke rollen en verantwoordelijkheden zijn vrouwen toebedeeld en vormen een belemmering voor het bekleden van deze posities. En welke privileges zijn verbonden aan de rollen en verantwoordelijkheden die mannen in onze samenleving zijn toebedeeld. Wat zijn de obstakels voor vrouwen en de privileges voor mannen. En dan een strategie ontwikkelen om die geconstrueerde genderongelijkheid om te buigen en achterstanden die vrouwen en mannen hebben, op te heffen. Zodat er sprake is van gelijke kansen en behandeling van de seksen. De traditionele invulling van mannelijkheid en vrouwelijkheid kan ook ongelijkheid teweegbrengen, zoals het niet toekennen van burgerrechten aan transgenders.

In toekomstige ontwikkelingsplannen en beleidsnota’s verwacht ik dat

  • Er niet meer gesproken wordt over gender en gendergerelateerde onderwerpen;
  • Herdenking van gendergerelateerde dagen;
  • Een programma genaamd genderaangelegenheden; maar dat het identificeren en opheffen van discriminatie en ongelijkheid centraal staat.

Vooral omdat ik weet dat de beleidsmedewerkers van het ministerie van Binnenlandse Zaken en andere ministeries een gedegen gendertraining hebben gehad. En zich nu ook als gendertrainer profileren.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s