Jrg 17 no 5 augustus 2020
door Carla Bakboord
Een paar dagen terug, las ik in diverse mediaberichten dat Ashwin Adhin de huidige regering opriep de bangmakerij van ambtenaren te stoppen. Ik weet niet over welke ambtenaren hij het heeft. Immers, er zijn enkele tienduizenden werkzaam bij de overheid. Die berichten heb ik een paar keer gelezen en naast berichten gelegd waarin stond dat tot de overheid behorende goederen, onmisbaar voor het dagelijks werk, zoals laptops en auto’s plots verdwenen waren bij de machtswisseling. En dat president Santokhi de ambtenaren opgeroepen heeft die goederen binnen twee weken te retourneren. Dit lijkt mij geen vreemde oproep als blijkt dat die goederen verduisterd zijn. En als ze niet onmiddellijk teruggebracht worden, dan zal aangifte van diefstal moeten worden gedaan. Dat is geen kwestie van bangmakerij, dat is een kwestie van behoorlijk bestuur. Maar ik moet eerlijk toegeven dat ik Adhin wel dapper vond. Dat hij het opneemt voor een groep mensen waarvan hij wellicht zeker weet dat die angst aan worden gejaagd. Maar als je niets hebt verduisterd waar ben je dan zo bang voor? Hij ontpopt zich tot activist die opkomt voor zijn voormalige ambtenaren. Ik, als mensenrechten activist, weet als geen ander hoe belangrijk het is op te komen voor de rechten van onze burgers wanneer die niet worden nageleefd. Wie weet heeft Adhin ze, althans niet publiekelijk, wel aangemaand die ontvreemde goederen terug te brengen.
Seksueel misbruik
In de afgelopen decennia zijn we vaker geconfronteerd met seksueel misbruik van vrouwen en kinderen. Zowel jongens als meisjes. Net als hen worden transgenders en zij die liefde voelen voor iemand van hetzelfde geslacht regelmatig geconfronteerd met bangmakerij. Thuis en de straat zijn voor hen vaak geen veilige plek. Women’s Rights Centre en andere ngo’s in ons netwerk, hebben vaker klachten gekregen over seksueel misbruik waarbij ouders en instanties uit angst voor de autoriteiten geen aangifte durfden te doen. Dit omdat vele plegers zelf een ‘autoriteit’ zijn. Of omdat zij invloedrijke vrienden hebben die in de top zitten. Bangmakerij was en is schering en inslag. En de slachtoffers worden hard getroffen in hun geestelijke en lichamelijk gezondheid. Immers, de aangiftes konden niet worden gedaan vanwege angst voor represailles. Angst dat ouders hun baan kwijt zouden raken. Angst dat de plegers het kind iets zouden aandoen. Velen die wel aangifte durfden te doen, trokken deze klacht weer in. De plegers wisten hun netwerk in te zetten en het slachtoffer en diens familie te bekladden. Dit leidde voor enkelen tot verlies van hun baan of tot depressies. Het schijnt dat plegers, zowel binnen als buiten de familie, beschermende netwerken hebben. Slachtoffers trekken daardoor steeds aan het kortste eind en zijn vogelvrij voor seksueel misbruik.
Dus ik begrijp Adhin wel wanneer hij praat over bangmakerij. Het zou echter nobel zijn als hij zijn positie als vicepresident had gebruikt om samen met ons op te komen voor de rechten van ook deze bange slachtoffers. Want hij wist toen zeker dat kinderen en vrouwen stelselmatig slachtoffer zijn van seksueel misbruik. Wij hebben het vaak genoeg aangekaart. Bovendien stonden de media er bol van. Ik heb hem zich daar nooit over horen uitspreken. Hij zal toch niet zelf slachtoffer van bangmakerij zijn?
Bureaucratie en bewuste nalatigheid
U heeft geen idee wat er met kinderen gebeurt in ons land. Lichamelijke, geestelijke en seksuele mishandeling en verwaarlozing zijn aan de orde van de dag. Er zijn overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid en bescherming van kinderen. Zij kijken vaak liever de andere kant op en maken kinderrechten ondergeschikt aan de bureaucratie. Zo is onlangs een baby’tje overleden. Verantwoordelijke ambtenaren, met een ego, hebben adviezen over de vereiste verpleegkundige zorg voor dit kwetsbare kindje in de wind geslagen. ‘Ik bepaal en jij komt me niet zeggen hoe ik mijn werk moet doen.’ En dit gebeurt al jaren. Hoe mooi zou het niet zijn als Adhin als vicepresident dit soort ambtenaren had aangesproken en zich als activist voor de rechten van kinderen had geprofileerd en de ontelbare onderzoeksrapporten uit de stoffige laden had gehaald en de aanbevelingen ter hand had genomen. Te vaak praten wij, mensenrechtenactivisten, voor dovemans oren wanneer wij opkomen voor de rechten van kinderen en vrouwen. Houdt men dan niet van ze?
Kwetsbare groepen
Ook ambtenaren die een relatie hebben met iemand van het eigen geslacht zijn bang gemaakt. Een angstig vooruitzicht voor de oude dag dat vanwege een staatsbesluit hun partner geen recht heeft op het pensioen waarvoor zij premie gestort hebben. Ik hoorde Adhin toen niet oproepen tot het stopzetten van bangmakerij van ambtenaren. Slechts één persoon, mr. dr. Jennifer van Dijk-Silos nam het op voor hun mensenrechten. Niemand anders van regering en parlement. En ook niet voor transgenders. Zelfs de minister die verantwoordelijk was voor het genderbeleid, vond het nodig om in hoger beroep te gaan tegen een transgender nadat de rechter al een uitspraak had gedaan dat het geslacht veranderd moest worden bij de burgerlijke stand. Hij bewees dus hiermee voorstander te zijn van genderongelijkheid. Het argument was dat geslachtsverandering verwarring zou brengen. Voor wie dan? Zij zou een andere identiteit krijgen. Meisjes krijgen bij geboorte de familienaam van hun vader of moeder. Na het huwelijk kunnen zij door de familienaam van hun echtgenoot een andere identiteit krijgen. Verwarring? Nee.
Men doet alsof transgenders, mensen die liefde hebben voor iemand van hetzelfde geslacht, kinderen en vrouwen andere soort wezens zijn. Alsof zij niet behoren tot onze eigen familie. Ministers en parlementariërs moeten beseffen dat hun beleidsbeslissingen en wetten in lijn behoren te zijn met de grondwet, internationale verdragen en de nationale wetgeving. Op basis hiervan hebben alle burgers, geen één uitgezonderd, recht op bescherming en veiligheid. In de samenleving telt, bij een inclusief beleid, een ieder mee ongeacht zijn of haar status. En moeten plegers niet beschermd worden met een oproep bangmakerij te stoppen maar vervolgd worden voor gepleegde strafbare feiten. Dan zullen ook kinderen en vrouwen en andere kwetsbaren eindelijk een leven kunnen leiden vrij van bangmakerij en angst.
Ministerie v binnenlanfse zaken is flink opgekomen voor huiselijk geweld
LikeLike