Prestaties en reputaties van Surinaamse vrouwen

Chandra van Binnendijk
(verschenen in DWT-Literair)

In het naslagwerk 1001 vrouwen uit de 20e eeuw zijn ook vrouwen uit Suriname opgenomen. De meeste van hen zijn hier geboren en hebben ook hun hele leven hier doorgebracht. Fotografe Augusta Curiel (1873-1937) en arts en toneelschrijfster Sophie Redmond (1907-1955) behoren tot die groep. Anderen weer zijn op een gegeven moment verhuisd naar Nederland, meestal voor studie of voor werk, en hebben weliswaar daar carrière gemaakt, maar hielden toch altijd op de een of andere manier het lijntje met hun afkomst vast. 

Over de oceaan

Iemand die na haar schooltijd het geboorteland verliet is Joan Ferrier (1953-2014), orthopedagoge en onderneemster maar vooral strijdbaar feministe, die zich in haar hele loopbaan onvermoeibaar inzette voor verbetering van de positie van zwarte, en migranten- en vluchtelingenvrouwen. Ook pianiste en componiste Majoie Hajary (1921-2017) vertrok al op jonge leeftijd. Op haar 16de jaar ging ze weg voor studie aan het conservatorium in Amsterdam en is daarna altijd in het buitenland blijven wonen; maar haar muzikale creaties zijn doordrenkt van Surinaamse invloeden.

Andere vrouwen weer vertrokken omdat ze geen andere keuze hadden. Een tragisch voorbeeld is Nicolien Sant, die als jong ouderloos kind door zendelingen werd meegenomen om als dienstmeisje in Amsterdam te werken. Zij werd later een legendarische prostituee op de Wallen, waar ze werkte onder de naam Blaka Lola.

Er zijn ook een paar vrouwen die juist in omgekeerde richting de oceaan overstaken: beeldend kunstenares Nola Hatterman (1899-1984) en letterkundige Els Moor (1937-2016), allebei in Nederland geboren. Zij vestigden zich in Suriname en hebben zich elk op hun eigen vakgebied buitengewoon ingezet en zijn hier tot hun dood blijven wonen.

Documentaire en grafsteen

Al die levensverhalen van al die Surinaamse vrouwen vormen samen een fascinerend tapijt – een echte mamio –  en toont ons een beeld van de samenleving dat we niet eerder zagen, een beeld dat we ook niet konden zien omdat die vrouwenverhalen ontbraken in de geschiedschrijving. Vrouwen zijn de helft van de mensheid, en als hun levens niet gezien en geteld en erkend worden, is ons beeld niet compleet. Om die biografieën alleen al is 1001 vrouwen uit de 20e eeuw voor Suriname een belangrijk boek.

Heel mooi is het om in hun biografie te lezen hoe enkele vrouwen erkend en geëerd zijn. Zo maakte journaliste Hennah Draaibaar een driedelige radiodocumentaire over haar grootmoeder, de succesvolle goudzoekster Paulina Bruyning (1896-1980) die bekend stond als ‘Gowtu Misi’. En theatermaker Frank Wijdenbosch speelde in een solovoorstelling de rol van Blaka Lola, en zorgde er daarna voor dat er een grafsteen kwam op de laatste rustplaats in Paramaribo van deze vrouw die na haar glorietijd verlaten en in armoede was gestorven.

Moeilijk en stoer

Andere zaken zijn minder mooi. We lezen over dichteres Johanna Schouten-Elsenhout (1910-1992) die van grote invloed geweest op de reputatie van het Sranantongo als literaire taal. Wat waren we allemaal supertrots toen in 1999 Hillary Clinton haar toespraak op de bevolkingsconferentie voor niet-gouvernementele organisaties in Den Haag begon met Schouten-Elsenhouts gedicht Uma. Schokkend is het des te meer om te lezen dat Johanna in haar leven moeilijke jaren heeft gekend waarin ze vanwege psychoses was opgenomen in ’s Lands Psychiatrische Inrichting en door financiële problemen tot prostitutie werd gedreven. 

Stoer is het laatste deel van het levensverhaal van mensenrechtenactiviste Ilse Labadie (1933-1999). Zij stond in de voorhoede van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede die optrad tegen mensenrechtenschendingen door het militair bewind, en nam geen blad voor de mond. Haar pogingen tot dialoog met legerleider Desi Bouterse werden door hem genegeerd. Toen hij onaangekondigd op bezoek kwam in het ziekenhuis waar Labadie op sterven lag, maakte ze een afwijzend handgebaar en moest hij rechtsomkeert maken.

Voorlezen is ook een manier 

En zo is er nog veel meer te vinden over vrouwen van eigen bodem. Van de onsterfelijke Wan Pipel-actrice Diana Gangaram Panday tot de eerste gekozen politica Grace Schneiders-Howard, en vakvrouwen op uiteenlopende gebieden. 

Wie dit boek leest voelt zich omringd door uitermate boeiend gezelschap! Elk leven heeft wonderlijke wendingen, en over deze vrouwen lezen laat je nadenken over de rijkdom van het menselijk bestaan. Voor de inhoud moet je rustig de tijd nemen, want elk vrouwenverhaal verdient aandacht en je kunt er niet veel achter elkaar lezen. Het is heerlijk om in te bladeren, en er steeds een plukje uit te halen. Een heel aardige manier om gedoseerd wat tot je te nemen hoorde ik laatst van iemand: wanneer zij aan het koken is, leest haar vriendin haar een bio’tje voor.

1001 vrouwen uit de 20e eeuw bevat ook biografieën van opmerkelijke vrouwen uit Indonesië en Curaçao – de voormalige koloniën en overzeese gebiedsdelen van Nederland die ook zeer interessant zijn voor ons. Maar daarvoor – en voor al die honderden andere markante vrouwen – moet u het boek zelf maar lezen. Eén enkele krantenpagina kan maar zoveel letters bevatten….

Een aanrader dus.

Ilse-Marie Hajary (1944-1994) – Danseres en choreografe

Ilse-Marie Hajary

Zij heeft vooral betekenis gehad door een nieuw artistiek concept te introduceren in de danskunst, waarin tradities van verschillende continenten en invloeden uit de moderne en klassieke dans werden verenigd. Ze noemde dit de Dogla-stijl en maakte hierin verschillende choreografieën voor het Nationaal Ballet Suriname (NBS) waarvan zij vanaf 1983 artistiek directrice was. Ze maakte choreografieën op negrospirituals en op poëzie van Surinaamse dichters waaronder Dobru en Shrinivasi. Ze verdiepte zich in de winticultuur. In 1988 maakte ze het avondvullende dansdrama Jaw en Balinia, opgebouwd uit bestaande rituelen van Afrikaanse en moderne dans. Hajary en het NBS werden uitgenodigd naar onder meer Cuba, Trinidad & Tobago, Puerto Rico en Jamaica, waar interesse bestond voor de dansen in de Dogla-stijl. 

Louise Wondel (1971—2014) Dichteres

Louise Wondel

Ze werd bekend om haar poëzie die vooral na de binnenlandse oorlog grote impact had omdat het een krachtige oproep was aan de Afro-Surinaamse gemeenschap om te zoeken naar de eigen identiteit en de winti te raadplegen. Wondel vond dat door hun cultuur, religie en tradities te verwaarlozen de nazaten van de marrons zich niet meer staande hielden in de multi-etnische gemeenschap en verpauperden. Wondel maakte furore met haar indrukwekkende voordracht op literaire festivals in Paramaribo, in Medellin, Columbia, en was de jongste deelnemer op Poetry International in Rotterdam waar ze de boel op stelten zette. Bij haar overlijden kopte de Ware Tijd: ‘Culturele kolos is niet meer’. 

Mis’ de Neef, (1864-1945) Weldoenster, onderneemster

Weinigen weten inmiddels nog wie Francina Jacoba Elisabeth de Neef was, maar haar outfit is bekend en leeft voort! Zij was een lange, statige vrouw die reeds jong een eigen kledingstijl koos. Haar kleding was gebaseerd op de Afro-Surinaamse kotodracht met een angisa.  De angisa van Francina kreeg evenals haar kleding de naam ‘Misi de Neef’. Het geheel straalde soberheid en zelfbewustzijn uit. Nog altijd trouwen, verjaren, dansen, jubileren en gaan Surinaamse vrouwen ter kerke in een ‘Misi de Neef’. In het Koto-museum in Paramaribo heeft ze een plek gekregen, samen met haar couture-werktafeltje. Francina ontwierp en maakte kleding – tot op hoge leeftijd stond ze bekend als een getalenteerde modiste.

Mis’ de Neef

Geef een reactie