Jrg 15 no 1april 2018
Renuka Biharie
Van 22 februari tot 1 maart hebben Renuka Biharie en Renatha Simson, op voordracht van Women’s Rights Centre (WRC) en Ultimate Purpose (UP) de 69ste zitting van het CEDAW- comité bijgewoond in Genève, Zwitserland. Hun participatie is mogelijk gemaakt door International Women’s Rights Action Watch – Asia Pacific (IWRAW –AP). Deze internationale ngo gevestigd in Maleisië heeft hen ook in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de CEDAW Implementation and Monitoring Workshop ‘Global to Local’. Zij hebben op 26 februari op de zitting een mondelinge verklaring mogen afleggen. Ook hebben zij op 27 februari tijdens een lunch briefing met leden van het CEDAW-comité de gelegenheid gehad zaken, die bijzondere prioriteit moeten hebben in onze strijd tegen alle vormen van discriminatie van vrouwen, aan de orde gesteld. Renuka heeft het comité in het bijzonder geïnformeerd over de achterstand van vrouwen in posities van beleid- en besluitvorming en het geweld tegen vrouwen in de private en publieke sfeer. Renatha heeft informatie verstrekt over de gemarginaliseerde positie van vrouwen in het binnenland. De ongelijke toegang tot voorzieningen op het gebied van volksgezondheid, onderwijs en arbeid en werkgelegenheid. En de impact van het uitblijven van erkenning van de grondenrechten van Inheemse en Tribale volkeren.
Het VN-verdrag inzake de Eliminatie van Alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen (Cedaw) is mij niet onbekend, omdat ik sinds 2015 het vak ‘Gender in Internationale Betrekkingen’ doceer op de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Ik bespreek dan niet alleen Cedaw met mijn studenten maar ook het Inter-Amerikaans Verdrag inzake Preventie, Bestraffing en Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen; het Verdrag van Belém do Pará. Daarbij krijgen de studenten onder andere een uiteenzetting van de verdragsartikelen waaronder de verplichting van de Staat Suriname die partij is bij deze verdragen en de verplichte rapportage en evaluatie. Na drie jaar theoretische kennis te hebben gedeeld mocht ik nu zelf deelnemen aan de reporting sessions over de naleving van dit VN-vrouwenverdrag.
Vrouwenrechten
De vraag die gelijk bij u zal opkomen is: Moet er wel een speciaal vrouwenrechtenverdrag zijn? Na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog in 1945 manifesteerde zich bij staten een grote behoefte mensenrechten te waarborgen en te eerbiedigen. Dit werd in 1948, met de aanname van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) door de Verenigde Naties, een feit. In de daaropvolgende jaren bleek al gauw dat de UVRM niet voldoende was om onderdrukking en discriminatie van vrouwen en geweld tegen hen tegen te gaan. Nadat 1975 door de VN was uitgeroepen tot Internationaal Jaar van de Vrouw werd de periode van 1976-1985 tot het VN Decennium voor Vrouwen aangewezen, gericht op vrouwen en ontwikkeling. Op vier wereldvrouwenconferenties (Mexico-Stad 1975, Copenhagen 1980, Nairobi 1985 en Beijing 1995) zijn de problemen van vrouwen aangekaart, besproken en middels verdragen zijn overheden verplicht gesteld acties te ondernemen en wetgeving aan te passen om onder andere geweld tegen – en discriminatie van vrouwen tegen te gaan. Een van de uitkomsten van deze conferenties is het in 1979 in de algemene vergadering van de VN goedgekeurde Cedaw, ook wel het VN-vrouwenverdrag genoemd.
In Geneve
Voor de Cedaw-sessies in Genève werden Renatha Simson en ik professioneel begeleid door IWRAW–AP. Deze internationale ngo op het gebied van vrouwenrechten begeleidt vrouwenorganisaties wereldwijd in de rol die zij kunnen vervullen bij de rapportageplicht van hun overheid naar Cedaw toe en helpt hen daarbij ook met de monitoring van het verdrag.
Bij onze aankomst in Genève op 20 februari lag een lijvig programma voor ons klaar. We werden drie dagen getraind in het schrijven van onze oral statements, het presenteren daarvan met de nodige protocollaire regels en procedures, en het rapportage proces zelf met het Cedaw-comité; de lunch briefing. De oral statements hadden als basis het schaduwrapport dat wij als ngo-coalitie in Suriname voorafgaand aan de sessies in Genève hadden ingediend bij het Cedaw–comité. Het waren lange dagen en nachten in Genève met amper tot geen slaapuren om gelijk de volgende dag weer te starten. Het ging voornamelijk om evidence based informatie over vrouwen in Suriname conform de artikelen van Cedaw. En kwesties van vrouwen bespreekbaar maken met het Cedaw-comité. Wij waren tegelijkertijd ook constant in overleg met de organisaties en instituten in Suriname voor aanvullende informatie. Ongelooflijk wat de informatie – en communicatietechnologie op dat moment voor ons betekende
En als je dacht dat je na de lunch briefing nog bezienswaardigheden in Genève kon bekijken, had je het glad mis. Want dan moest je terug naar je hotel om te werken aan alle vragen en opmerkingen van het CEDAW-comité om hen dezelfde avond nog te voorzien van alle informatie nodig bij de presentatie van Suriname de volgende dag. Tijdens de lunch briefing heb ik breedvoerig gesproken over het belang van de participatie van onze vrouwen in politiek en besluitvorming zowel van de rurale gebieden als in de kustvlakte en geweld tegen vrouwen in de private en publieke sfeer. Ook is het belang van de Genderbeleidsnota 2018-2021 benadrukt, die er nog steeds niet is. Eveneens zijn aan de orde gekomen ontbrekende wet en regelgeving om discriminatie van vrouwen aan te pakken conform Cedaw.
Op 28 februari mocht ik de presentatie en verdediging van Suriname voor het Cedaw-comité bijwonen. De delegatie bestond uit drie personen te weten twee afgevaardigden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en een afgevaardigde van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De sessie duurde van tien uur ’s morgens tot en met vijf uur ‘s middags, met een korte onderbreking voor de lunch.
Hoe verder?
Het bijwonen van de 69ste zitting van het Cedaw- comité heeft mij rijke en praktische kennis en ervaring opgeleverd die ik meeneem naar mijn colleges en dagelijks werk als coördinator van het Instituut for Women, Gender and Development Studies (IWGDS). Op 12 maart zijn de concluding comments uitgebracht door het Cedaw-comité, waarin de pros en cons voor Suriname zijn vastgelegd met betrekking tot het uitvoeren van Cedaw.
Het is de taak van de Staat om de aanbevelingen en bevindingen serieus op te pakken en te integreren in beleid, wet en regelgeving. WRC en UP zullen de vinger aan de pols blijven houden en het werk oppakken dat voortvloeit uit de concluding comments en deze monitoren. Ook zullen WRC en UP op korte termijn een strategisch actieplan opstellen waaraan Renatha en ik onze bijdrage leveren.