DE KIESREGELING MÓET OOK GEBASEERD ZIJN OP HET BEGINSEL VAN GENDERGELIJKHEID EN GENDER GELIJKWAARDIGHEID 

Jrg 19 no 11 februari 2023

Tekst Henna Guicherit

Beeld Commonwealthclub.org/deccanherald.com

De kiesregeling is strijdig met het beginsel van gelijkheid en gelijkwaardigheid van het kiesrecht en leidt tot ongelijkheid. Het Constitutioneel Hof heeft daarom op 5 augustus 2022, de artikelen 9 en 24 van de kieswet, ongeldig verklaard. Women’s Rights Centre (WRC) is van mening dat een gewijzigde kiesregeling mede gebaseerd moet zijn op het beginsel van gendergelijkheid en gendergelijkwaardigheid. 

Met de invoering van een zipper systeem in de kieswet kan in een korter tijdsbestek een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in De Nationale Assemblee (DNA) worden bereikt. Met de wettige verplichting tot verticale en horizontale pariteit bij de kandidaatstelling moeten op alle kandidatenlijsten afwisselend vrouwen en mannen worden opgenomen en moeten ook de lijsttrekkers van de politieke partijen in de kiesdistricten afwisselend een man of vrouw zijn. Immers, vrouwen hebben niet alleen net zoveel recht als mannen om hun stem uit te brengen maar ook net zoveel recht om te worden gekozen tot volksvertegenwoordiger en deel te nemen aan de regering van het land.

Wij komen na beschouwing van de kiesstelsels van 1948 tot heden en de bemensing van opeenvolgende parlementen en regeringen tot de volgende conclusies: 

  1. De uitkomst van het huidige kiesstelsel brengt de politieke aspiraties van de vrouwelijke helft van de bevolking in onze democratische rechtstaat onvoldoende tot uitdrukking;
  2.  De kiesregelingen van 1948 tot heden hebben niet bijgedragen aan een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de politiek getuige ook de uitslag van de laatste algemene, vrije en geheime verkiezingen (2020). 72 jaar na de instelling van het algemeen kiesrecht zijn vijftien vrouwen (29.4%) en 36 mannen (70.6%) rechtstreeks gekozen in DNA.

Het betreft:

  1. Het ‘onvolledig’ algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen (1948)
  2. Het algemeen kiesrecht voor bewoners van het binnenland (1963)
  3. De kiesregeling (S.B. 1987 no. 62) na aangebrachte wijzigingen
  4. De wijziging van het kiesstelsel – ter versterking van de democratie – móet deze keer wel mede beschouwd worden vanuit een vrouwenrechten- en genderoptiek en gericht zijn op de ombuiging van genderongelijkheid en uitsluiting in de politieke vertegenwoordiging naar gendergelijkwaardigheid en insluiting.
  • De discriminatie van vrouwen in de politiek en de slakkengang waarmee het aantal vrouwen in DNA en regering “groeit” tast de grondslag van gelijkheid van mannen en vrouwen aan en noodzaakt niet alleen maar rechtvaardigt ook het invoeren van efficiëntere, bij wet vastgelegde, methoden om in onze democratische rechtstaat een rechtvaardig genderevenwicht in politieke posities te bereiken. Nu is de tijd om, in het belang van een daadwerkelijke beleving van de democratie, de eeuwenoude bevoorrechte positie van mannen in de politiek te doorbreken en recht te doen aan vrouwen die ook politieke aspiraties hebben.

We hebben er 72 jaar (1948 – 2020) overgedaan om rechtsreeks 29.4 procent vrouwen te kiezen. Dat is 2,11 per jaar. Om te komen tot ongeveer 50 procent gaat ons met aanhouding van deze trend 20.6 x 2,11 = 43,5 jaar kosten. Dat is on-kan, onacceptabel en doet bovendien geen recht aan de politieke rechten van vrouwen en stagneert bovendien de ontwikkeling van het land.

  • Het momentum van de ongeldig verklaring van de artikelen 9 en 24 van de Kieswet en de daaruit voortvloeiende vereiste aanpassing van het kiesstelsel op weg naar de 2025 verkiezingen, moet worden aangegrepen om in het gewijzigde kiesstelsel artikelen op te nemen die rechtdoen aan de politieke rechten van vrouwen en wel indachtig:
  • het algemeen kiesrecht: vrouwen hebben niet alleen stemrecht, zij zijn ook verkiesbaar;
  • de kiesregeling: verkiesbaar zijn de ingezetenen die de Surinaamse nationaliteit bezitten, de leeftijd van eenentwintig jaren hebben bereikt en niet van de uitoefening van het kiesrecht zijn uitgesloten (art 6 a en c); 
  • de Grondwet; 

Artikel 1: De republiek Suriname is een democratische staat gebaseerd op de soevereiniteit van het volk en op de eerbiediging en waarborging van fundamentele rechten en vrijheden.

Artikel 8.2: Niemand mag op grond van zijn geboortegeslacht, ras, taal, godsdienst, afkomst, educatie, politieke overtuiging, economische positie of sociale omstandigheden of enige andere status gediscrimineerd worden;

  • Het VN-vrouwenverdrag

Artikel 7: De staten die partij zijn bij dit Verdrag, nemen alle passende maatregelen om discriminatie van vrouwen in het politieke en openbare leven van het land uit te bannen, en verzekeren vrouwen in het bijzonder het recht om op gelijke voet met mannen: 

  • hun stem uit te brengen bij alle verkiezingen en volksstemmingen, en verkiesbaar te zijn in alle openbaar gekozen lichamen;
  • deel te nemen aan de vaststelling van het overheidsbeleid en aan de uitvoering hiervan, alsook openbare ambten te bekleden en alle openbare functies op alle overheidsniveaus te vervullen.
  • De Kieswet is een middel dat alle kiesgerechtigde mannen en vrouwen – die gelijk zijn voor de wet – in onze democratische rechtstaat de gelegenheid biedt om te bepalen wie hen in het wetgevend orgaan (DNA) en in de volks vertegenwoordigende organen op districts- en ressortniveau vertegenwoordigen en indirect wie het land regeert. Omdat het kiesstelsel niet geleid heeft tot het opheffen van de eeuwenoude hardnekkige genderongelijkheid en het inhalen van de historisch verklaarbare achterstand in de participatie van vrouwen in opeenvolgende volksvertegenwoordigingen en regeringen, stelt WRC zich op het standpunt dat bij de wijziging van ons kiesstelsel artikelen moeten worden opgenomen die kunnen bijdragen aan het sneller bereiken van een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de politiek. Dit, omdat de hardnekkige ondervertegenwoordiging van vrouwen in strijd is met het hierboven in 5a t/m d genoemde.
  • VN-vrouwenverdrag

WRC beroept zich ook op onderstaande artikelen uit deel I van het VN-vrouwenverdrag waar Suriname partij bij is en zich heeft gecommitteerd de nationale wetgeving in harmonie te brengen en de aanbevelingen van de CEDAW comité serieus ter harte te nemen. 

Artikel 1

Voor de toepassing van dit verdrag wordt onder ‘discriminatie van vrouwen’ verstaan elke vorm van onderscheid, uitsluiting of beperking op grond van geslacht, die tot gevolg of tot doel heeft de erkenning, het genot of de uitoefening door vrouwen van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel gebied, op het terrein van de burgerrechten of welk ander gebied dan ook, ongeacht hun huwelijkse staat, op de grondslag van gelijkheid van mannen en vrouwen aan te tasten of teniet te doen.

Artikel 2

De Staten die partij zijn bij dit Verdrag, veroordelen discriminatie in alle vormen van vrouwen, komen overeen onverwijld met alle passende middelen een beleid te volgen, gericht op uitbanning van discriminatie van vrouwen, en verbinden zich tot dit doel:

(a) het beginsel van gelijkheid van mannen en vrouwen in hun nationale grondwet of in andere geëigende wetgeving op te nemen, indien dit nog niet is geschied, en de praktische verwezenlijking van dit beginsel door middel van wetgeving of met andere passende middelen te verzekeren;

(b) passende wettelijke en andere maatregelen te treffen, met inbegrip van – waar nodig – sancties, waarin alle discriminatie van vrouwen wordt verboden;

(c) wettelijke bescherming in te voeren van de rechten van vrouwen op gelijke voet met mannen en door middel van bevoegde nationale rechterlijke instanties en andere overheidsinstellingen de daadwerkelijke bescherming van vrouwen tegen elke vorm van discriminatie te verzekeren;

(d) zich te onthouden van ieder discriminerend handelen, eenmalig of voortdurend, jegens vrouwen en te verzekeren dat de overheidsorganen en -instellingen handelen overeenkomstig deze verplichting;

(e) alle passende maatregelen te nemen om discriminatie van vrouwen door personen, organisaties of ondernemingen uit te bannen;

(f) alle passende maatregelen, waaronder wetgevende, te nemen om bestaande wetten, voorschriften, gebruiken en praktijken, die discriminatie van vrouwen inhouden, te wijzigen of in te trekken, onderscheidenlijk af te schaffen;

(g) alle nationale strafbepalingen die discriminatie van vrouwen inhouden, in te trekken.

Artikel 3

De Staten die partij zijn bij dit verdrag, nemen op alle gebieden, in het bijzonder op politiek, sociaal, economisch en cultureel gebied, alle passende maatregelen, waaronder wetgevende, om de volledige ontplooiing en ontwikkeling van vrouwen te verzekeren, ten einde haar de uitoefening en het genot van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op gelijke voet met mannen te waarborgen.

Artikel 4

Wanneer de Staten die partij zijn bij dit verdrag, tijdelijk bijzondere maatregelen treffen die zijn gericht op versnelling van feitelijke gelijkstelling van mannen en vrouwen, wordt dit niet beschouwd als discriminatie, als omschreven in dit verdrag, maar het mag geenszins leiden tot handhaving van ongelijke of afzonderlijke normen; deze maatregelen dienen buiten werking te worden gesteld zodra de doelstellingen ter zake van gelijke kansen en gelijke behandeling zijn verwezenlijkt.

Zipper – systeem integreren in aangepaste kiesregeling

In ons streven naar een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in DNA pleit WRC, conform artikel 4 van het VN-vrouwenverdrag, voor tijdelijke bijzondere maatregelen om versneld te komen tot een verplicht genderquotum op de kandidatenlijsten van de politieke partijen die deelnemen aan de eerstkomende algemene, vrije en geheime verkiezingen. Dit kan door een zipper systeem te integreren in de te wijzigen kiesregeling. Partijen dienen vrouwen en mannen op al hun kandidatenlijsten afwisselend te plaatsen, wat betekent dat 50 procent van de kandidaten vrouw is en 50 procent man. Deze gelijke vertegenwoordiging op kandidatenlijsten kan mogelijk leiden tot een genderevenwicht in de gekozen leden. Met het opnemen van dit zipper of rits systeem, ook bekend als verticale pariteit, in ons kiesstelsel zijn wij in staat om een lang gekoesterde wens in vervulling te laten gaan, namelijk een wettelijke voorziening om in een korter tijdsbestek een evenwichtige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in DNA te bereiken. 

Deze verticale pariteit wordt versterkt met horizontale pariteit. Bij dit laatste zijn politieke partijen verplicht om ook afwisselend vrouwen en mannen als partijlijsttrekkers te plaatsen op de kandidatenlijsten in de kiesdistricten waarin zij deelnemen aan de verkiezingen. 

Het zipper systeem is niet onbekend in onze regio. Bolivia, Costa Rica, Ecuador en Nicaragua zijn voorbeelden van landen die een dergelijk systeem hebben geïncorporeerd in hun kiesregeling.

Aanpassing 

WRC stelt voor om, met verwijzingen naar artikel 41.1 (gewijzigd bij S.B. 2005 no.6) en artikel 42 (gewijzigd bij S.B. 1987 no. 70) van de Kiesregeling (bijgewerkt t/m S.B. 2019 no. 55) onderstaande artikelen op te nemen in de gewijzigde kiesregeling. 

Voor elk kiesdistrict worden de kandidatenlijsten ingediend volgens het systeem van verticale pariteit waarbij de vrouwelijke en mannelijke kandidaten om en om worden geplaatst.

Partijen die in meerdere kiesdistricten deelnemen aan de verkiezingen moeten de kandidaat lijsttrekkers plaatsen volgens het systeem van horizontale pariteit waarbij de vrouwelijke en mannelijke lijsttrekkers om en om worden geplaatst.

Cultuuromslag

Wij willen aan de vooravond van de 2025 verkiezingen van politieke partijen niet horen dat hun partij geen of onvoldoende vrouwelijke kandidaten heeft kunnen vinden. U wil toch niet het risico lopen dat uw kandidatenlijsten worden afgekeurd als blijkt dat u het zipper systeem aan uw laars heeft gelapt. Wij adviseren alle zichzelf respecterende politieke partijen die vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit onderschrijven met klem om direct serieus en heel hard aan een aantal belangrijke randvoorwaarden te werken en het electoraat periodiek van de voortgang in kennis te stellen:

  • Verhoging van het democratisch gehalte van de partij;
  • Ontkrachting van de mythe van mannelijke superioriteit en vrouwelijke ondergeschiktheid; 
  • Erkenning dat politiek niet mannelijk, niet aangeboren is;
  • Bereidheid van de mannelijke partijleden de macht te delen met hun vrouwelijke collega’s;
  • Toepassing van het zipper systeem bij de eerstkomende en alle volgende interne partijverkiezingen;
  • Versterking van de vrouwelijke partijleden;
  • Erkenning van de onmisbare bijdrage van vrouwen aan de ontwikkeling; 
  • Vergroting van het bewustzijn dat deelname van vrouwen op gelijke voet met mannen een vereiste is voor de ontwikkeling van Suriname; 
  • Gender trainingen voor alle partijgeledingen; 
  • De zichtbaarheid van vrouwelijke kandidaten in en buiten de partij vergroten; en
  • Beschikbaar stellen van financiële en materiele middelen aan vrouwelijke kandidaten om zich te kunnen profileren in de verkiezingsstrijd.

WRC adviseert alle politieke partijen, die de democratische rechtstaat hoog in het vaandel dragen, en zich voorbereiden op deelname aan de 2025 verkiezingen, direct te gaan werken aan bovenstaande voorwaarden; aan een cultuuromslag in hun partij. Aan de vooravond van deze verkiezingen zullen wij de actieve politieke partijen, door middel van een gendergevoelige meetlat, beoordelen op hun mate van genderbewustzijn en hun democratisch gehalte.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s